Als klein kind was Dan Richards helemaal in de ban van het bekkenbeen van een ijsbeer in de werkkamer van zijn vader. Jaren later kreeg hij van hem te horen dat hij het stuk bot op de gletsjer in Kongsfjorden op Spitsbergen had gevonden. Sindsdien is Dan Richards gefascineerd geraakt door reizen naar verre uithoeken en is hij constant op zoek naar buitenposten, plekken waar mensen heen gaan om zich af te zonderen op zoek naar avontuur en spiritualiteit. Buitenpost is echter in de eerste plaats niet zozeer een reisboek als wel een onderzoek naar de menselijke ziel en verlangens. Wat is het precies dat mensen zo ontzettend aantrekt in eenzaamheid en afzondering? Om hierachter te komen reist Dan Richards naar een aantal afgelegen gebieden zoals het Cairngormgebergte in Schotland, verlaten spooksteden op Spitsbergen en de woestijn van Utah.
De gebieden waar Richards doorheen reist hebben door hun afgezonderde ligging een bijzondere aantrekkingskracht voor al diegenen die zich willen onttrekken aan de menselijke chaos en drukte. Hij lijkt daar zelf ook een voorstander van te zijn. De volgende zin getuigt daar op een mooie manier van: ‘Het spartaanse karakter van het buitenleven stelt ons open voor de vrijheid van het onbekende. Door onze verbinding met een gps-netwerk te ontkoppelen kunnen we plaatsen, ruimte en tijd beter ervaren. Zonder onze telefoons krijgen we een betere verbinding. Door de digitale banden te doorbreken maken we intenser contact met het landschap, stellen we ons in staat er zelf mee om te gaan en kunnen we verantwoordelijkheid voor onze eigen positie nemen.’ De natuur waarmee Richards te maken krijgt, blijkt vaak echter bijzonder hardvochtig en moeilijk ontsluitbaar. Dat ongenadige en compromisloze karakter van de natuur maakt de positie van de mens ten opzichte van de natuur op zijn minst ambivalent.
De natuur is onwillig
Tijdens zijn poging om de bergen in Desolation Peak in de Amerikaanse staat Washington te beklimmen, ervaart hij aan den lijve hoe vijandig de natuur en hoe meedogenloos het weer kan zijn. In zware slagregens worstelt hij zich met een klimkameraad een weg naar boven over moeilijk begaanbaar terrein. Het leidt tot het inzicht dat de mens dan mag verlangen naar de ongerepte natuur, maar dat het omgekeerde beslist niet het geval is. De mens associeert de natuur vaak met romantiek en vrijheid, maar we vinden zelden wat we verwachten aan te treffen.
Wat Buitenpost bijzonder maakt zijn de vele literaire verwijzingen, zoals de volgende passage over Jack Kerouac: ‘(…) zijn aantekeningen en brieven uit die periode maken duidelijk dat hij die drieënzestig dagen vooral leed, smachtte en wanhoopte, op een manier die deed denken aan de pogingen tot abrupt afkicken van één van de verslaafden van Denis Johnson – schurkend tegen het kloosterlijke, strevend naar het ascetische, trachtend zichzelf dichter bij de hemel te reconstrueren – en intussen maar schrijven, manisch en door de leegte opgejaagd.’
Het is slechts één van de vele prachtige zinnen waar de lezer zich aan kan laven. Uiteraard komt ook Henry David Thoreau voorbij, die met Walden een tijdloze klassieker heeft geschreven over zijn leven in de wildernis. Thoreau bleek echter weinig op te hebben met een Spartaanse levenswijze. Uit recent historisch onderzoek blijkt dat hij overleefde doordat zijn moeder hem elke dag warme maaltijden kwam brengen (het bos lag op loopafstand van haar huis) en dat zijn zus elke week zijn blokhut kwam schoonmaken. Er valt dus veel te halen uit dit boek dat zowel een ode aan de natuur als aan de literatuur is, en beiden op een liefdevolle manier bij elkaar brengt.
Pleidooi voor onthaasting
Uiteindelijk is Buitenpost ook een indringend pleidooi voor onthaasting en een groter besef van onze ecologische voetafdruk op aarde. Moeten we eigenlijk wel terug willen naar de natuur? De sporen en de vervuiling die de mens als gevolg van zijn toegenomen mobiliteit achterlaat in de weinige ongerepte plekken die er nog over zijn, zijn steeds meer zichtbaar. Steeds meer natuur dreigt te verdwijnen. Wellicht is het tijd voor enige herbezinning, volgens Dan Richards: ‘En als de vraag dus echt is hóe we reizen en niet óf we dat doen dan stel ik voor dat we om te beginnen fysiek wat rustiger aan gaan doen en niet langer de afgelegde afstand op onze reizen tot de kern van de zaak maken, maar de verbinding, en de kwaliteit van de ervaring.’
Mooi aan Buitenpost is dat Dan Richards de lezer nergens al te nadrukkelijk een boodschap wil opdringen en zelf de conclusie laat trekken. Daardoor is het een boek dat je zelf laat reflecteren op de manier waarop we nu leven en ons verplaatsen, op de vraag of we niet op een andere manier met onze aarde moeten omgaan en welke rol en verantwoordelijkheid we daar in kunnen en moeten nemen.