Een gesprek met Tommy Wieringa op het Crossing Borderfestival, een verhaal in The New Yorker, de BBC National Short Story Award; de Welshe Cynan Jones (1975) is internationaal aan het doorbreken. Nu is ook zijn debuut uit 2006 vertaald: de novelle De lange droogte (The Long Dry).
De lange droogte beschrijft een dag uit het leven van de Welshe boer Gareth en zijn gezin. De rode draad van het verhaal is Gareths zoektocht naar een weggelopen, hoog drachtige koe. Vlucht en zoektocht symboliseren de relatie tussen Gareth en zijn vrouw, de aanhoudende meteorologische droogte van de titel is een metafoor voor haar dorre schoot.
Het verhaal schiet alle kanten uit: het leven van Gareths vader, de migraine van de depressieve echtgenote Kate, de oorzaken van die depressie, de dierenarts die Gareths hond een spuitje geeft, Gareths getob over zijn huwelijk, zijn toekomstplannen, vooruitwijzingen naar naderend noodlot. Op het eerste gezicht lijkt niet alles altijd even relevant.
Bovendien zijn er veel perspectiefwisselingen: in nauwelijks 100 pagina’s kruipen we in de huid van een vijftal personages en een koe. Aanvankelijk was niet duidelijk waarom dit is: is het een modieuze gril, heeft Jones te veel literaire thrillers gelezen of is er überhaupt niet over nagedacht? Het gros van deze personages komt psychologisch nauwelijks uit de verf, maar na zorgvuldige lezing blijkt dat ook niet de bedoeling: de gedachtes en gevoelens van de verschillende personages blijken leidmotieven die de thematiek telkens op een andere manier tot uitdrukking brengen.
Het conflict tussen Gareth en Kate bevat de sleutel tot de thematiek. Gareth bedenkt dat Kate niet gemaakt is voor de boerderij. Waarom hij dat vindt blijft ongedacht. Maar wanneer Kate de geboorte van een kalf en de euthanasie op de hond overlaat aan hun dochtertje, maakt Gareths woede duidelijk dat volgens hem het boerenbestaan bestaat uit een voortdurend gedragen verantwoordelijkheid voor dood en leven; levens kunnen weliswaar niet altijd verwekt of gered worden en de dood is onvermijdelijk, maar de boer moet altijd zijn best doen om er het beste van te maken.
Dan blijkt dat zelfs een ogenschijnlijk potsierlijke passage waarin we de zielenroerselen van de verdwaalde koe krijgen voorgeschoteld, bijdraagt aan deze thematiek: ’Vogels hipten en pikten om haar heen. Ze voelde zich bekeken’. Wanneer de koe vervolgens opstaat en botten van omgekomen soortgenoten ziet, weten we opeens niet wat de koe denkt: ‘Het was niet vast te stellen of de koe aan haar eigen sterfelijkheid dacht toen ze de botten zag.’ Maar wel aan de sterfelijkheid van haar ongeboren kalf mag de lezer aanvullen, waarna de koe ‘achteloos’ en ‘zonder reden’ verder loopt. Het is aan Gareth om de boel in goede banen te leiden. Maar Gareth loopt voortdurend achter de feiten aan.
Deze onbeholpenheid zien we terug in de stijl die op zijn best ongepolijst is, maar meestal ronduit lelijk. Jones laat de werkwoordtijd binnen zinnen veranderen, maakt gebruik van heel veel witregels en op de eerste pagina krijgt de lezer meteen al een zin als deze: ‘[…] hoewel het nog vroeg is, zit er een belofte van hitte in de zon’. Vertaler Jona Hoek heeft het aangedurfd om alle vreemde woordkeuzes (een excentriek oud vrouwtje wordt door de postbode niet aangetroffen maar ‘ontdekt’), slordigheden (‘hoe ook zij, niemand heeft zoiets ooit gedaan’), onbegrijpelijke zinnen (‘Ze maken de grap dat de hond haar heeft leren lopen in plaats van zij’) en absurditeiten (‘voortdurend gegapte koekjes’) te handhaven in zijn vertaling, omdat het volgens hem bewuste keuzes zijn. Jones denkt zijn verhalen eerst helemaal uit, zet ze dan in één keer op papier, maar weegt vervolgens elk woord op een goudschaaltje om het verhaal zo beeldend mogelijk te laten zijn.
Je kunt je afvragen of hij daar helemaal in slaagt, maar hoewel die ogenschijnlijk onbeholpen taal niet altijd even plezierig is, past die wel bij een schildering van het leven op het -Welshe- platteland waarin het stedelijk-romantische perspectief (idyllische wijkplaats voor het drukke, moderne leven) geen ruimte krijgt. Het resultaat: een oorspronkelijk en knap gecomponeerd verhaal waarin alle gebeurtenissen, herinneringen en gedachtes gaan over de onlosmakelijke verbintenis tussen dood en leven- zwanger zijn van de dood in de woorden van J.C. Bloem. Maar Jones zou waarschijnlijk zeggen dat er een belofte van dood in zwangerschap zit.