Volgens Wim Brands, de presentator van het televisieprogramma Boeken, zijn er veel onbekende schrijvers in Nederland die meer aandacht verdienen. Cor Gout, die onlangs zijn verhalenbundel Korenblauw uitbracht, is één van hen.
Gout is een veelzijdig kunstenaar. Hij schrijft niet alleen verhalenbundels, maar publiceert ook poëzie, zingt in een band en maakt programma’s voor radio en televisie. Je zou Gout een hedendaagse homo universalis kunnen noemen, die in de geest van Goethe en Leonardo Da Vinci op meerdere terreinen zijn creatieve persoonlijkheid tot uiting laat komen.
De verhalen in Korenblauw zijn van wisselende kwaliteit. Ze hebben met elkaar gemeen dat ze teruggrijpen op het verleden van Cor Gout, die in het naoorlogse Scheveningen opgroeide, een rustige, welvarende plaats aan de rand van de grote stad. De Duitse bezetting is echter nooit ver weg. ‘Ze waren gebleven, in en rond het park, de Duitsers, als geestelijke verstekelingen’, schrijft Gout in het verhaal ‘Van Stolkpark, verboden gebied’. Hij doet verslag van verlaten en vergeten villa’s, waar ooit Joodse families woonden. In het verhaal loopt hij er rond als jongen, op zoek naar spanning en avontuur. Gout heeft een formidabel geheugen; de kleinste, veelzeggende details weet hij op een beeldende, levendige manier te beschrijven. ‘De Lero-lijn was een benzolproduct en werd geleverd in een kwartliterblikje met afsluitbare dop, alsof het een verfblikje betrof. Het spul rook onaangenaam en zou na jaren een groot deel van de collages bederven’. In het langere verhaal ‘Zelfportret in collages’ wordt verteld hoe hoofdpersoon Patrick op latere leeftijd een intiem beeld krijgt van zijn mysterieuze vader. ‘Zelfportret in collages’vormt een van de hoogtepunten uit de bundel omdat Patricks vader een kant blijkt te hebben die Patrick niet had verwacht. Of het verhaal nou is verzonnen of daadwerkelijk is gebeurd doet er niet toe; vooral de ontknoping is een gouden vondst.
Maar de meeste verhalen in Korenblauw ontberen de scherpte en de verrassende wending die ‘Zelfportret in collages’ zo goed maken. Verhalen als ‘Suze’ of de ‘De fascinatie voor de barvrouw, het serveerstertje en de lokettiste’ weten de anekdote niet te ontstijgen. Het zijn grappige, vermakelijke en soms filosofisch getinte herinneringen aan alledaagse gebeurtenissen en karakteristieke personen, maar ze missen een urgentie. Waarom wil Gout deze verhalen vertellen? Voor lezers die een indruk willen krijgen van de ‘veilige’, overzichtelijke jaren vijftig (toen de lokettistes in het postkantoor nog achter glas zaten en in de lerarenkamer nog de krant gelezen werd), heeft deze bundel veel te bieden. Voor andere, met name jonge lezers, is Korenblauw oneerbiedig gezegd een bundel knap vertelde verhalen uit grootvaders doos.
Dit had Gout voor een deel kunnen voorkomen door zijn woordkeus aan te passen. Zo komen woorden als ‘billijken’, ‘onheus’ en ‘armetierig’ voorbij. Woorden waar je makkelijk hedendaagse synoniemen voor kunt gebruiken, zodat je niet het gevoel krijgt dat je eerst een laag stof op het boek moet wegblazen. De tekeningen van Hélène Penninga geven de verhalen meer speelsheid mee, maar versterken tegelijkertijd het gedateerde karakter van het boek. Het besloten universum dat Gout heeft geschapen is aantrekkelijk, maar hij weet de lezer nog niet helemaal te verleiden.
Korenblauw
Cor Gout
152 blz.
€ 23,50
Uitgeverij In de Knipscheer