De linkshandigen, de nieuwe roman van Christiaan Weijts, trekt in elk geval qua vormgeving meteen de aandacht. Het omslag is zo geconstrueerd, met de rugtekst rechts, dat je niet meteen ziet hoe het boek open moet – behalve als je je eventuele linkshandigheid zou volgen. En heb je het boek eenmaal open, dan blijken titel, paginanummers en colofon ook al rechts uitgelijnd. Zoals het stuur in een linksrijdende auto rechts zit.
Inderdaad rijdt Simon Sinkelberg, de ene hoofdpersoon, een Engelse auto, met het stuur rechts dus. Hij is linkshandig (net als de schrijver zelf) en groeide op in Engeland. Daar verdiende hij zo goed en zo kwaad als dat ging zijn brood met tekeningen van straatgezichten, portretten en landschappen. Die tekende hij met zijn rechterhand omdat linkshandigheid op Engelse scholen rigoureus de kop werd ingedrukt.
Als hij in de twintig is verhuist hij na een dramatische gebeurtenis naar Nederland, het geboorteland van zijn vader. Hij becommentarieert er, heel anders dan met zijn vriendelijke tekeningen in Engeland, voor de krant De Spiegel, op een venijnige en eigenwijze manier de actualiteit onder de cartoonistennaam Zink. Die spotprenten maakt hij met zijn linkerhand; noodgedwongen want bij het drama in Engeland is hij aan zijn rechterhand gewond geraakt.
De roman begint als de hoofdredacteur van De Spiegel een vinnige prent van hem over de expansie van het telecombedrijf Stones & Middleton weigert. Het Britse bedrijf slaat zijn vleugels over het vasteland uit en Zink vergroot die greep bijtend uit in zijn prent. Als de hoofdredacteur bij zijn weigering blijft, neemt Zink/Sinkelberg zelf abrupt ontslag. Als hij wegrijdt pikt hij de liftster Katarina Landaart (zo verstaat hij de naam; later blijkt die Katharina l’Andart te zijn) op. Ze zeult een cellokist mee en wil naar België.
Met elkaar geconfronteerd halen Simon en Katharina elkaars verleden naar boven, waarin de nodige parallellen zitten. Ook zij is linkshandig en ook zij is kunstenares. Zoals de cello haar verhaal met haar eigen verleden en het ongeluk van haar moeder verbindt, zo is de ene dure rechterschoen die Simon nog altijd bij zich draagt (de linker (!) heeft hij ooit kapot gestoken) de verwijzing naar het tragische einde van zijn zus Emma. Daar komt nog eens bij dat zowel Emma als Katharina een verleden hebben in een psychiatrische inrichting, maar om heel verschillende redenen.
In de loop van het verhaal wordt duidelijk waarom de tekening van Zink die tot zijn ontslag leidde zo vol haat zat. Het blijkt alles te maken te hebben met het verleden van Simons zus Emma bij Stones & Middleton. Ook blijkt Katharina niet naar België te moeten, maar naar Frankrijk. Daar ligt haar moeder, die met de cello roem vergaarde, in coma. Katharina wil de cello nog éénmaal voor haar bespelen. Onderweg loopt Simon opnieuw een blessure op, nu aan zijn linkerhand, waardoor hij – opnieuw noodgedwongen – weer met de rechter moet gaan tekenen. Omdat hij zich daar in Engeland al in heeft bekwaamd, slaagt hij daar uitstekend in. Hij stelt vast dat hij tweehandig is en bovendien dat de tekeningen die uit zijn rechterhand vloeien weer milder zijn.
Na de laatste ingrijpende verwikkelingen in Frankrijk, in het huis waar Katarina’s moeder wordt verzorgd, beleven zij en Simon hun loutering. Voor het zover is krijgt de lezer, tegen de achtergrond van het Carnaval dat gaande is, een cascade aan geheimzinnigheden te verwerken waarin recente maatschappelijke problemen als afluisterpraktijken, de grenzen van spotprenten (let wel: de roman is van vóór de aanslag op de burelen van Charlie Hebdo), hacking en privacyschendingen het verhaal zijn actualiteit verlenen. Weijts gebruikt daarbij zijn protagonist Simon ook nog eens om de val van de dagbladpers (de krant waarbij hij ontslag heeft genomen noemt hij ‘de slijpsteen van de geest’) voor de commercie hekelt – af en toe op een nogal obligate manier trouwens.
De linkshandigen is knap opgebouwd en leest af en toe als een thriller. En het is onnodig te zeggen dat Christiaan Weijts kan schrijven. Toch zijn er ook mindere punten. Je wordt op den duur een beetje narrig van de grapjes met het woord ‘sinister’ (dat immers naast ‘onheilspellend’ in het Latijn ook ‘links’ betekent) en er wordt nogal wat van de goedgelovigheid van de lezer gevergd als Simon een geheim dat hij nooit met iemand heeft willen delen, wél vertelt aan Katarina, die voor hem dan nog een vreemde is en die hij nota bene voor geen cent vertrouwt!
Er gebeurt ook wel erg veel toevallig in de roman. Al doet Weijts dat waarschijnlijk met een bedoeling. Over Simon lezen we namelijk: ‘Hij geloofde niet in God, maar had wel de overtuiging dat zijn leven de goede kant uit ging, dat het een steuntje in de rug kreeg. Vaak had het toeval hem op het juiste moment, soms op het nippertje, geholpen’, waarna een alinea volgt vol toevallige gebeurtenissen uit zijn leven tot dan toe. Dergelijke opsommingen komen trouwens vaker in de roman voor, over verschillende vormen van lachen, over mensen op straat in Parijs, over gebeurtenissen die een moment markeren, lijsten van linkshandige kunstenaars enzovoort.
De linkshandigen is al met al een zeer onderhoudend boek over twee mensen in wier ontmoeting hun verleden voorbijtrekt in een spannend verhaal. Maar veel meer dan die spanning beklijft toch niet lang. Of het zou het liefdevolle laatste optreden van Katarina voor haar moeder moeten zijn, vlak voor haar (verwachte) dood. Of het gedicht van Wordsworth dat Simon zo graag voor zijn zus Emma had willen voordragen – wat niet kon door haar (onverwachte) dood.
De linkshandigen
Auteur: Chistiaan Weijts
Verschenen bij uitgeverij: De Arbeiderspers (2014)
Aantal pagina’s: 144
Prijs: € 18,95