Christiaan Alberdingk Thijm – De familie Wachtman

Een kind meer of minder

Recensie door Evert Woutersen

Stel je bent donorkind en je gaat, nieuwsgierig geworden naar je afstamming, op zoek naar je biologische vader. Waar moet je beginnen? En wil je mogelijke vader jou en zijn mogelijke andere kinderen wel kennen?  Of verschuilt hij zich liever achter zijn recht op privacy? Christiaan Alberdingk Thijm heeft dit gegeven gebruikt voor zijn nieuwe roman De familie WachtmanChristiaan Alberdingk Thijm schrijft in zijn nawoord dat hij negen jaar aan zijn roman heeft gewerkt en dat alle gebeurtenissen volledig uit zijn brein zijn ontsproten, ‘al deed de actualiteit gaandeweg haar best de fictie in te halen.’

Fictie 

Philip Wachtman (45 jaar) werkt al jaren als universitair hoofddocent aan de Universiteit van Amsterdam. Hij promoveerde ooit op het recht op anonimiteit van de spermadonor. Als autoriteit op dit gebied is hij een graag geziene gast in televisieprogramma’s. Hij geeft colleges over de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting.  Daarvoor gebruikt hij steeds dezelfde powerpointpresentatie. Hij hoeft alleen zijn USB-stick in de computer te steken om college te geven. Tot zijn college een keer anders verloopt dan verwacht. Studente Vera Hartog stelt vragen over het arrest van Rasmussen waarin het Europees Hof voor de Rechten van de Mens een streep heeft gezet door de belangen van zaaddonors. Wachtman heeft zich niet in dit arrest verdiept en reageert geïrriteerd: ‘Rasmussen is niet verplicht voor het tentamen.’

Na het college vraagt Vera of hij haar wil begeleiden bij haar scriptie, maar hij houdt de boot af, omdat – zoals hij zegt – ze bij de vakgroep maar 0,8 fte beschikbaar hebben voor onderwijs en scriptiebegeleiding. Later blijkt dat Wachtman al jaren geen scripties meer begeleidt. De doorbreking van de anonimiteit van de zaaddonor zet zijn wereld op zijn kop. Op werkgebied omdat het onderwerp van zijn colleges hiermee in één klap achterhaald is. En privé, omdat hij al jaren spermadonor is. Volgens schattingen van de spermabank zou hij tot wel 411 nakomelingen hebben. Zijn vriendin Freya de Koning (39 jaar) is niet op de hoogte van zijn donorschap, van zijn ‘parallelle leven.’ Zij heeft een kinderwens en probeert al anderhalf jaar zwanger te worden. ‘Ze wil een kind. Een kind van hem. “Een klein roodharig hummeltje,” had ze gezegd.’ Opvallend in dit verband: Freya is de naam van de noordse godin van de vruchtbaarheid. Nu het haar niet lukt om zwanger te worden, heeft ze een afspraak gemaakt bij de gynaecoloog voor onderzoek. Wachtman gaat met tegenzin mee, omdat er volgens hem niks mis is met zijn zaad…

In afwisselende hoofdstukken lezen we over de belevenissen van Philip en Freya, vanuit zijn – en haar perspectief. Philip hoopt op een benoeming tot hoogleraar, maar dat gaat niet zoals hij verwacht. Er is meer tegenslag: hij moet zich verdedigen tegen een aanklacht van een studente. En hij wordt beschuldigd van plagiaat in zijn proefschrift. Bij tegenslag en teleurstelling vindt Philip troost in het doneren. Hij neemt dan contact op met de kliniek met de vraag of hij nog even kan langskomen: ‘Ik heb het nu echt even nodig. Er is iets gebeurd. Het gaat even helemaal niet goed.’ In de kliniek vindt hij rust, na al ‘die momenten waarop hij boos de deur achter zich dichttrok omdat hij niet werd begrepen.’ Het is een boosheid ‘die alleen te koelen is door te verdwijnen.’ Ook al kent hij zijn donorkinderen niet, ‘ook al heeft hij geen band met ze, hij voelt een diepe verwantschap.’ Het idee dat hij zoveel nakomelingen heeft, geeft hem een gevoel van veiligheid. ‘Al die kinderen van hem staan eigenlijk voor alle momenten in zijn leven dat er even niemand voor Wachtman was.’

Universiteit versus theater

Alberdingk Thijm schetst een mooi tijdsbeeld van hoe het eraan toe kan gaan op een universiteit: de voortdurende druk om te publiceren, het gedoe rondom het aanvragen van subsidies voor onderzoeksprojecten, kostenbesparingen en reorganisaties, #metooprotocollen en het azen op promoties. Zijn beschrijvingen van de universitaire wereld lijken een hedendaagse variant van Onder Professoren (1975) van Willem Frederik Hermans.  Bij Hermans ging het over de universiteit van Groningen, bij Alberdingk Thijm over de Universiteit van Amsterdam. Hermans’ hoofdpersonen Rufus Dingelam, Knellis Tamstra en Andreas Ballingh, heten bij Alberdingk Thijm Philip Wachtman, Maaik Dammers en Theo Niemantsverdriet.

De hoofdstukken over Freya vertellen hoe zij Philip heeft leren kennen, over haar studie aan de toneelacademie, haar afstudeerrol als Martha in Edward Albees toneelstuk Who’s Afraid of Virginia Woolf bij een groot toneelgezelschap. Ook hier heeft Alberdingk Thijm zich laten inspireren door de actualiteit, zoals seksueel misbruik en intimidatie in de theaterwereld. Freya heeft succes als stemactrice voor het  populair karaktertje, Felicity. ‘Het leven straalt als iedereen een zonnetje is.’

Amsterdam

Het decor van de roman is Amsterdam. Bekende plekken zoals de Oudemanhuispoort, Rokin, Athenaeum boekwinkel, Buiksloot in Amsterdam-Noord, het Boven IJ-ziekenhuis.  Het verhaal speelt zich af rond de bouw en de opening van de Noord/Zuidlijn op zaterdag 21 juli 2018.

Alberdingk Thijm schreef in een soepele stijl een roman met veel vaart. De verhouding tussen dialogen en beschrijvingen is goed in balans. De structuur met het wisselende perspectief Philip/Freya werkt goed. Wat dat betreft zou het een Nicci Frenchboek kunnen zijn: de een schrijft vanuit de man, de ander vanuit de vrouw. Maar Alberdingk Thijm heeft beide perspectieven voor zijn rekening genomen. De beeldspraak die hij gebruikt, past bij de stemming van de hoofdpersonen. Als Philip zich niet goed voelt lezen we: ‘Wachtman lijkt tot zijn middel in een vat beton gegoten.’ En als Freya de kinderen van haar vriendin afhaalt bij school: ‘Voortdurend het beeld om me heen van het leven dat ik zou willen leiden, de reflectie van wat had kunnen zijn, zo dichtbij, maar slechts een spiegeling in het water.’

Alberdingk Thijm schrijft in het nawoord dat hij voor zijn roman de Wet over de donorgegevens verplaatst heeft naar 2012. In werkelijkheid was 2004 het jaar waarin anoniem doneren verboden werd. De tegenstelling recht op privacy van de donor tegenover het recht op kennis over afstamming van het donorkind heeft hij knap uitgewerkt. Voordat je er als lezer erg in hebt, komen alle lijntjes in de roman als in een stroomversnelling samen in een verrassend slot tijdens de opening van de Noord/Zuidlijn. Alberdingk Thijm heeft met De familie Wachtman à la Nicci French een echte pageturner geschreven. Alleen de sticker ‘De nieuwe Alberdingk Thijm’ ontbreekt op de omslag.

 

 

Omslag De familie Wachtman  - Christiaan Alberdingk Thijm
De familie Wachtman
Christiaan Alberdingk Thijm
Verschenen bij: Ambo|Anthos (2021)
ISBN: 9789026352508
376 pagina's
Prijs: € 22,99

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!

Meer van Evert Woutersen:

Recent

28 september 2023

Een uitdaging

Over 'Eenling zijn. Een filosofische uitdaging' van Rüdiger Safranski
26 september 2023

Facsinerende zoektocht van jonge vrouw

Over 'Het kunstzijden meisje' van Irmgard Keun
25 september 2023

‘Liegen is de laatste brug naar redding zonder hoop'

Over 'Ten oosten van de Middellandse Zee ' van Abdelrahman Munif
23 september 2023

333 gebruiksaanwijzingen bij jezelf

Over 'Heel de wereld wordt wakker' van Jaap Robben
22 september 2023

Eigen tekortkomingen actief in jezelf bestrijden

Over 'Het bouwen van een zenuwstelsel. Een memoir' van Margo Jefferson

Verwant