Nadat Gil op zijn achttiende het gymnasium heeft afgerond, kan hij zich volledig richten op zijn grote droom: toegelaten worden tot het conservatorium van Parijs.
Pianist in spé
Het komende jaar zal in het teken staan van de piano, maar eerst gaat hij op vakantie met zijn beste vriend Olivier. Ze besluiten samen naar een oom van Gil in Uzès te rijden. Tijdens deze rit komt er een nummer van de Smithsonians op de radio. Gil vindt dit nummer geweldig en begint mee te zingen.
‘Olivier kon er niet over uit. In opperste verwarring draaide hij zich naar Gil, alsof hij zeker wilde weten dat hij het was die zong. Gil, die gewoonlijk zo schuchter was. Zo in zichzelf gekeerd. Die altijd zo zacht praatte. Die alles altijd twee keer moest zeggen.’
Voor Gil is dit ook een geheel nieuwe sensatie. Het zingen, zijn stem zo krachtig en helder. Toch denkt hij er verder niets van. Wanneer hij thuiskomt moet hij aan de bak. Hij gaat twee keer per week naar zijn pianolerares en sluit zich acht uur per dag op in het tuinhuisje waar de piano staat. Hier luistert hij de lessen terug en blijft oefenen tot in juni de dag van het toelatingsexamen aanbreekt. Hij wordt als beste op het conservatorium aangenomen.
Passie voor zang
Op het conservatorium omvat het curriculum voor de piano niet alleen piano-, maar ook zanglessen. De docent, Jacques Kiepfer, is meteen getroffen door de zuivere klank van Gils stem. Samen gaan ze aan de slag om zijn techniek te verbeteren. En omdat Gil in korte tijd grote vorderingen boekt, stelt Jacques voor dat Gil zich laat overplaatsen naar de zangklas. Gil betwijfelt of hij goed genoeg is, maar wil het wel proberen.
‘Op een maandag, na de les van Vlado Blasko, ging Gil naar een van de repetitielokalen en sloeg de pianoklep open. Hij bleef staan zonder te spelen. Hij voelde hoe er iets in hem verschoof. Hij ging een eindje opzij van de piano staan en begon met een paar oefeningen die Jacques Kiepfer hem had geleerd om zijn stem op te warmen.’
Hij doet opnieuw auditie, deze keer voor het onderdeel Zang en wordt weer aangenomen.
Glanzende carrière
En zo komt hij in de les van Lucienne Franck terecht. Hij verbetert zijn techniek en leert hoe hij correct moet ademhalen. Dankzij Lucienne en haar connecties bij verschillende operahuizen krijgt Gil kleine rollen aangeboden.Zijn zelfvertrouwen groeit, zijn rollen worden groter en zijn naam steeds bekender, maar er wacht nog een diep dal voor deze jonge tenor zijn hoogtepunt kan bereiken.
Van Franse bodem
Célia Houdart is een Franse schrijfster. Met Het talent van Gil de Andrade heeft ze haar vierde roman geschreven. Het is haar eerste roman die vertaald is naar het Nederlands. De boeken die ze hiervoor heeft geschreven zijn in Frankrijk goed ontvangen. Ze ontving de Prix Henri de Régnier de l’Académie Francaise voor haar eerste roman, en in 2012 ontvang ze de Prix Françoise Sagan voor haar roman Carrare.
Droge opsomming
Alhoewel Célia Houdart en haar boeken in Frankrijk de hemel in worden geprezen, lijkt alle lof bij dit boek niet echt op zijn plaats. Gil geeft de piano op om te gaan zingen, maar zijn beweegredenen blijven vaag. Hij valt flauw tijdens een zangles, maar het is niet duidelijk waarom dit gebeurt. Zo’n tekort aan informatie kan spanning opbouwen of mysterie creeëren, maar doet geen van beiden in dit boek. Het zorgt zelfs voor een gevoel van dissociatie. Je voelt niet met het hoofdpersonage mee, want je leert hem niet kennen.
Door een gebrek aan dialogen en emotie blijft het boek een beetje droog. Het is meer een aaneenschakeling van gebeurtenissen, dan een pakkend verhaal. Eerst gebeurt dit en dan gebeurt het volgende, maar Houdart gaat niet in op de gedachtes of het gevoelsleven van de personages. Hierdoor hebben de personages wel een naam, maar geen karakter. Net als dit boek.