Caleb Azumah Nelson – Kleine werelden

Dans als remedie tegen problemen

Recensie door Adri Altink

Aanvankelijk lijkt Kleine werelden van Caleb Azumah Nelson te gaan over het leven van een groep Ghanezen in Londen die voortdurend bezig is met luisteren naar muziek en dansen: gelukkige mensen. De roman krijgt zelfs iets gezapigs omdat hij alleen maar lijkt te gaan over steeds terugkerende huiselijke taferelen en ontmoetingen tussen vrienden op de dansvloer of samen luisterend naar muziek. Gaandeweg blijkt dat plezier in het leven niet zo vanzelfsprekend. Onder de oppervlakte ligt een geschiedenis en een gemis die de auteur geleidelijk voor de lezer opdient, maar die daardoor des te schrijnender voelt. Kleine werelden blijkt dan te gaan over migratie en wat dat doet met je identiteit.

Nelson (1993) is een in Londen wonende fotograaf en schrijver die in zijn kindertijd opgroeide bij een Ghanese oma. In 2021 debuteerde hij als auteur met de roman Open water. Die roman gaat over een fotograaf en een danseres die als zwarte mensen moeten zien te overleven in een stad vol racisme. Dit thema keert in Kleine werelden terug. Nelson schrijft zwart steevast met een hoofdletter, alsof hij wil benadrukken dat hij in zijn werk de Black Lives Matter-beweging ondersteunt.

Dat de roman in het begin vooral de indruk maakt van gelukkige mensen heeft te maken met de diepe genegenheid en tederheid tussen de protagonisten uit het gezin waarvan hoofdpersoon Stephen, vanuit wiens persperspectief het verhaal wordt verteld, deel uitmaakt. De andere leden zijn zijn broer Raymond en zijn ouders Eric en Joy (de naam van de vader blijft lang onbekend en die van de moeder komt de lezer zelfs pas op het allerlaatst te weten, wat op te vatten valt als symbool voor de moeite die ze moeten doen om als Ghanezen in Londen zichzelf te kunnen zijn). Daaromheen is er de grote vriendenkring van vooral landgenoten, maar ook Nigerianen en Senegalezen.

Racisme

Kleine werelden valt uiteen in drie delen die achtereenvolgens spelen in de zomers van 2010, 2011 en 2012. In het eerste daarvan, Twee jonge mensen in de zomer, staat de opbloeiende liefde centraal tussen Stephen en Adeline (‘Del’), in het tweede, Een vluchtige verbondenheid, zijn dat de momenten waarop de hoofdpersonen voelen wat hen met elkaar verbindt, en in het derde, Vrijheid, de worsteling van generatie op generatie om als immigrant een veilige plek te vinden in je ‘nieuwe’ wereld.
In deel twee blijkt hoe die romantische wereld wordt bedreigd door racisme, zoals in de beschrijving van de Londense rassenrellen van 4 augustus 2011, toen de ‘Zwarte’ Mark Duggan door de politie werd vermoord.
In het ontroerende derde deel lezen we hoe een ruzie die de relatie tussen Stephen en zijn vader kapot maakte, voortkwam uit het verleden dat zijn vader met zich meedroeg toen hij zich vanuit Ghana met zijn vrouw in Londen vestigde: een stad ‘die zijn best doet jullie allebei te laten verdwijnen’. Eric vertelt zijn zoon wat de migratie voor hem betekende: ‘Dit is wat je meebracht, dit is wat je probeerde achter te laten. Dit is het schuldgevoel dat het overleefde. Dit is je last. Dit is waarom je er moeite mee hebt vrijelijk lief te hebben, omdat het voelt alsof je alles kwijtraakt wat je liefhebt’. En zoon Stephen begrijpt daarmee wat hem en zijn vader uit elkaar dreef en herkent het gevecht in zichzelf voor je zover bent dat je in vrijheid kunt zeggen ‘hier ben ik’.

Ritme

Dan is ook duidelijk waarom muziek en dans de boventoon voeren in Kleine werelden. Het zijn die kringen van vrienden waarin je je eigen geschiedenis herkent, je eigen ritmes en je verwantschappen in een grote wereld die je liever kwijt dan rijk is.
De delen van de roman beginnen alle drie met dezelfde zin: ‘Aangezien dansen het enige is wat het gros van onze problemen kan oplossen…’. Het is een zin die wel dertien keer in het boek voorkomt. En dat is niet de enige herhaling. Die zijn er veel meer, zoals de talrijke opmerkingen over herinnering en (niet kunnen) vergeten, zinnen als ‘herinnering, beeld en mogelijkheid schuiven over elkaar heen’, het gebruik van de woorden ruimte en ritme en de opbouw van langere alinea’s uit bijzinnen die steeds op dezelfde manier beginnen: ‘naar huis, waar…, waar…, waar…, waar…..’ Het zijn een manier van schrijven en een stijl die ook de tekst van de roman zelf een ritme en muzikaliteit geven die de lezer nog meer de wereld van Stephen in trekt, de wereld waarin de vrienden elkaar vooral vinden in muziek en beweging en in de geuren die herinneren aan Ghana. Want inderdaad: alleen dansen kan het gros van hun problemen oplossen.

 

Omslag Kleine werelden - Caleb Azumah Nelson
Kleine werelden
Caleb Azumah Nelson
Vertaling door: Adiëlle Westercappel
Verschenen bij: Uitgeverij Querido (2023)
ISBN: 9789021468204
264 pagina's
Prijs: € 22,99

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!

Meer van Adri Altink:

Recent

28 november 2023

Waanzinnige necrologie over Von Neumann

Over 'De MANIAC' van Benjamín Labatut
25 november 2023

Zoektocht naar jezelf

Over 'Kilometers zonlicht' van Marike Goslinga
23 november 2023

Een intiem verhaal over geluk en ziekte, kwelling en verlangen

Over 'Een vrouw met mooie borsten. Het dagboek van Veere Wachter' van Elte Rauch
22 november 2023

De dichter als beeldhouwer

Over 'Hoe het werkt' van Nachoem Wijnberg
21 november 2023

Personages J.J. Voskuil leven voort bij Wim Huijser

Over 'Het genootschap' van Wim Huijser

Verwant