De vertaler is verbonden aan het Instituut voor Oosterse Talen en Culturen van de Universiteit van Gent. Hij legt de laatste hand aan een nieuwe vertaling van Ali Baba en de veertig rovers. We kennen het verhaal sinds Antoine Gallands achttiende eeuwse interpretatie, maar onlangs is onder het puin van een bombardement in Irak een onbekend manuscript vandaan gehaald. Zal dit uitsluitsel geven over de aard van het verhaal waarover zoveel te doen is geweest in vakkringen, is het inderdaad van oorsprong Arabisch, zoals velen denken? In de roman Een goede vriend van de Vlaamse auteur Bart Koubaa, staat de vertaler centraal. Hij is naar Portugal vertrokken voor een laatste revisie van zijn werk, voordat het naar de drukker kan. Hij heeft tijd genoeg om zijn aandacht te verdelen en dat heeft hij nodig want hij gebruikt zijn reis om in het reine te komen met een overleden vriend. Het verband tussen de thema’s van de vertaling en de vriendschap heeft de vertaler in Arabische letters ‘als een telefoonnummer’ op zijn arm gekalligrafeerd: een goede vriend.
Fotolijstje
De vertaler huurt een appartement in Lissabon, maar de huiseigenaar heeft de ruimte zelf nodig en brengt hem onder in de populaire badplaats Sesimbra, veertig minuten verderop. Zijn vriend gaat mee als ‘zelfportret’ in een lijstje en overal waar de vertaler komt, zet hij het lijstje neer om er een foto van te maken. Alsof ze samen vakantie vieren. Ondertussen voeren ze gesprekken waaruit blijkt, of in ieder geval wordt gesuggereerd, dat ze wel eens eerder in deze contreien zijn geweest. Wie aan het woord is en waarom, is zelden duidelijk, en ook de aard van de vriendschap laat veel te raden over. De communicatie is kennelijk bedoeld voor de goede verstaander: Maar ik zit hier omdat jij aan de Blaarmeersen een vis met een man en een gesluierde vrouw erop in de wolken hebt gezien. Ho, mon ami, jij zit hier omdat je een appelsien hebt gezien, een burtugal, je moet de dingen niet omdraaien. Maar die vis… Was je liever thuisgebleven misschien? Nee, maar ik heb die vis ook gezien. Ja, en dan? Jij zei dat ik hem moest zoeken, dat het mijn missie was die vliegende vis te vinden.
Uitbundigheid troef
Zo terughoudend Koubaa is over het dramatische verloop van de gebeurtenissen–we krijgen geen uitsluitsel over zijn vriendschap, maar ook niet over de betekenis en achtergronden van de vertaling waar hij aan werkt–zo uitbundig beschrijft hij de omgeving waarin hij verkeert en zijn dagelijkse routine van opstaan, boodschappen doen, koffie drinken, koken, zwemmen, rondkijken, wassen, slapen. Ik had het laatste zakje oploskoffie gebruikt–oploskoffie is niet meer dan oploskoffie–en de bol kaas was ook zo goed als op; ik moest boodschappen doen. Het was druk en volop zomer in de stad. De naar kokosnootcrème geurende promenade wemelde van overladen strandgangers en joelende kinderen, wandelaars met kranten, stokken en honden en trage toeristen met goedkope rieten hoeden en zonnebrillen op. De overdaad aan details doet vermoeden dat Koubaa de vakantiefoto’s voor zich heeft uitgestald en alles vermeldt wat daarop te zien is. Ieder winkeltje, trappetje, huisje, stalletje krijgt afzonderlijk aandacht, Sesimbra heeft na lezing van Een goede vriend geen geheimen meer.
Geconsumeerde kopjes koffie met pasteitjes, alle afzonderlijke boodschappen op de markt, plus het bereiden van vismaaltijden, het krijgt allemaal een plaats–als ontvangsten en uitgaven in een kasboek. Daarbij legt de schrijver een opmerkelijke fascinatie aan de dag voor opschriften op t-shirts: I ALWAYS WEAR MY INVISIBLE CROWN; STOP FOLLOWING ME; IS IT FRIDAY YET?; DON’T PANIC; BAD COP NO DONUT; BERLIN; EAT NAAN WITH CURRY ON. Lezers zouden misschien geneigd zijn daar een speciale betekenis achter te zoeken, maar de schrijver weet zijn bedoelingen zorgvuldig verborgen te houden, misschien wel door zijn exuberante beeldspraak. De zee is Picasso-roze, middagblauw, gerimpeld zwart, koffie, loodblauw en dat alles onder een fel zomermiddaglaurierlicht met blauwroze flamingowolken. Zwaluwen vliegen als boemerangs door de lucht en meeuwen lachen zich een ongeluk als ze niet aan het vergaderen zijn. Literatuur met een hoofdletter!
Rust
Op een nacht zit de vertaler samen met het zelfportret van zijn goede vriend op een rots naar de zee te kijken, maar door een windstoot verdwijnt het zelfportret in de golven. De vertaler duikt het als een aalscholver achterna, maar kan het niet meer vinden. Een paar dagen later dobbert hij in een bootje op zee. Op zijn rug liggend tuurt hij omhoog. Ik lag te kijken naar wat ik zag zonder verbanden te leggen tussen sterren en hemel of de zwakke maan ertussen. En voor het eerst leek ik te zien wat ik zag, in de volste en ruimste zin en zonder betekenis, woordspeling of allusie (…) ik was er en dat was voldoende. We hebben het geheim van Ali Baba nog niet weten te achterhalen, maar dit was hoogstwaarschijnlijk het geheim van de goede vriend.