Barney Agerbeek – Schaduw van schijn

Nieuwsgierige mecenas in het land van de wajang

Recensie door Rein Swart

De omslag van Schaduw van schijn licht een tipje van de sluier op over de inhoud van het boek. Het gaat om de nauwe band van de schrijver Barney Agerbeek met Rotterdam en Jakarta, dat in de koloniale tijd Batavia heette. Barney werd in Nederlands-Indië geboren.  Het gezin kwam na de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd naar Nederland. Terwijl anderen de wijk namen naar warmere oorden als Californië of Zuid-Afrika, bleef het gezin Agerbeek in een armoedige Rotterdamse wijk hangen. Barney zegt zelf dat hij niet naar de Verenigde Staten wilde omdat hij akelige berichten had gehoord over de elektrische stoel die daar in gebruik was.

Barney was de oudste van de drie kinderen en had moeite te wennen in de Nederlandse samenleving. Hij was niet bang, maar sloeg van zich af, net als zijn vader die een keer op school kwam en de onderwijzer bedreigde omdat hij zijn zoon mishandeld had. Over de verdere ontwikkeling van Barney horen we niet, maar uit de verhalen valt op te maken dat hij opklom tot bankdirecteur en in die hoedanigheid contacten legde met de Suharto-clan in Jakarta. Hij woonde met zijn eigen gezin vier jaar als expat in Jogjakarta, waar hij opgroeide.

Veel van de autobiografische verhalen spelen zich tijdens die periode af, maar Agerbeek begint met De wormen krijgen mij niet, misschien wel het mooiste verhaal. Het gaat over ene Vaandrager uit Rotterdam, die bij de bank aanklopt voor een lening omdat hij een hotel wil beginnen. De selfmade man die alles met eigen handen kan, wordt op de eerste pagina fraai getypeerd:

‘De man was lang en pezig, zag er voor zijn dertig jaar wat ouwelijk uit en keek ernstig. Zijn bovenlichaam helde iets naar voren, waardoor het leek of hij voortdurend iets onder handen ging nemen. Hij wilde een lening en vertolkte uit voorzorg de zelfgekozen rol van daadkrachtige en bedachtzame ondernemer, zoals hij zich althans zo’n karakter voorstelde. Zijn toneelstukje steunde op vormelijk taalgebruik en afstandelijke beleefdheid, maar was niet erg overtuigend, omdat hij stadsidioom sprak en iets overdreef.’

Agerbeek verstrekt de lening maar met Vaandrager loopt het slecht af. Hij krijgt kanker en gaat dood. Hetgeen leidt tot de volgende verzuchting van de verteller aan het eind van het verhaal: ‘Had ik maar met de vuist op tafel geslagen om hem te dwingen naar het ziekenhuis te gaan. (…) En ik had hem duidelijk moeten maken dat je kankercellen niet even tussendoor met ‘eigen handen’ kunt verslaan. De wormen zouden zich kapot lachen.’

Het volgende verhaal Uiterlijk bewogen is de langste uit de bundel en gaat over een bezoek aan een nonnenklooster in Wallonië. Daar vindt de schrijver de rust om zijn vader, zijn moeder en zijn katholieke jeugd in de jaren vijftig in Nederland te portretteren. Het vormt een mooie achtergrond voor de overige verhalen, die anekdotes bevatten over de tijd dat de schrijver in Indonesië woonde. Erotiek boeit hem. Hij werd op een zakenreis eens bijna verleid en heeft het graag over collega’s die het met de zeden niet zo nauw namen. Agerbeek is een nieuwsgierig mens. Hij krabt als het ware aan de korst van de samenleving om van alles te weten komen over de culturele veranderingen in de loop der jaren. Dat valt nog niet mee, omdat Indonesiërs een gesloten karakter hebben. Men moet tussen de regels doorlezen om hun bedoelingen aan de weet te komen. ‘Dit is het land van de wajang, van het schimmenspel.’ De titel van het boek zinspeelt daar ook op.

Agerbeek speelt graag de mecenas in de kunstenwereld. In het laatste verhaal Scratching the surface reist hij samen met een bevriende kunstenaar uit Utrecht naar diens vrouw Ninik en hun dochters. De man woont niet met hen samen maar bezoekt hen af en toe in Jogjakarta. Op het strand praat Agerbeek met Ninik over haar vrijgevochten dochters en vraagt haar of ze geen andere man wil. Als hij een beeldschone jonge vrouw langs de branding ziet lopen die zeewier verzamelt, stapt hij samen met Ninik op haar af. Hij zou wel meer willen dan een interview en geeft haar tenslotte een fooi, maar niet zo groot dat haar man verdenking kan krijgen. Als hij weer naast Ninik op de rotsen ligt, vraagt hij zich af wat hij haar voor Ninik voelt: vertrouwelijkheid, genegenheid of verwantschap. Hij weet niet wat zij wil of wat hij wil.

Misschien had Agerbeek, dieper op zijn twijfel  kunnen ingaan. De verhalen zijn onderhoudend, de toon is openhartig maar de zelfontleding had scherper gekund. Door te krabben aan zijn eigen korst had Agerbeek meer van zijn innerlijk, en daarmee wellicht ook de schaduw van schijn blootgelegd.


Schaduw van schijn

Auteur: Barney Agerbeek
Verschenen bij : Uitgeverij In de Knipscheer
Aantal pagina’s: 144
Prijs: € 19,50

Omslag Schaduw van schijn - Barney Agerbeek
Schaduw van schijn
Barney Agerbeek
ISBN: 9789062658251

Recent

31 maart 2023

Toont Tellegen zijn kunsten opnieuw?

Over 'Langs een helling' van Toon Tellegen
29 maart 2023

Op zoek naar een authentiek leven

Over 'Wat zou Simone de Beauvoir doen? Gids voor een authentiek leven' van Skye C. Cleary
28 maart 2023

Tussen onschuld, misbruik en opportunisme

Over 'De man van het licht ' van Katrien Scheir 
27 maart 2023

Traumaverwerking in naoorlogs Duitsland

Over 'Eindelijk heb je ons gevonden' van Edgar Selge

Verwant