Barbara Stok (1970) is een van de bekendste stripmakers van Nederland. In 2009 kreeg ze de Stripschapprijs, een bekroning van haar oeuvre. Onlangs verscheen een omnibus van haar werk sinds de jaren negentig. De beeldromans Vincent (over Van Gogh) en De filosoof, de hond en bruiloft (over een Griekse filosofe uit de Oudheid) zijn hierin niet opgenomen. Het gaat in De Dikke Stok om Stoks slice of life verhalen, waarin ze in beeld brengt wat het hoofdpersonage Barbara, dat gebaseerd lijkt op Stok zelf, beleeft. Het zijn verhalen die sterk autobiografisch aanvoelen en dit ongetwijfeld ook zijn. Niet echt schokkende gebeurtenissen spelen de hoofdrol doordat Stok kiest voor een eenvoudige tekenstijl. Deze vestigt niet de aandacht op zichzelf vanwege stilistisch minimalisme, dat niet ertoe noopt het vakmanschap uitgebreid te bewonderen. Het zijn episodes uit het leven van het hoofdpersonage. Onder meer haar niet bevredigende bestaan als studente fotografie in Den Haag en fotograferende journalist in Groningen komen in beeld, zoals ook haar betrokkenheid bij een film van Pim de La Parra, de verwikkelingen van haar muziekbandje en haar liefdeservaringen. Stok toont het hoofdpersonage Barbara als innemend, maar heeft ook aandacht voor haar imperfecties en die van de mensen om haar heen. Zo gaat ze in op haar eigen onzekerheden en vage keuzes op het gebied van relaties. Ze brengt ook haar werksituatie op de Groningse krantenredactie in beeld, waarbij haar naaste collega’s niet helemaal positief naar voren komen. Ze toont dat het beginnen met een werkend leven zwaar kan zijn, en veel lezers zullen zich daarin herkennen.
Het leven is wat het is
In het genre van de slice of life strip en de (auto)biografische graphic novel, is Stok een van de beste auteurs in Nederland. Internationaal oogstte ze succes met haar strip over Vincent van Gogh. Het is de vraag of de in De Dikke Stok verzamelde verhalen eenzelfde succes in het buitenland kunnen hebben. Op internationaal vlak zijn er verschillende stripauteurs die Stok in dit genre overtreffen, zoals de Amerikaan Adrian Tomine (1974) die zowel op grafisch vlak als qua gelaagdheid sterker is. Want een grote gelaagdheid kenmerkt De Dikke Stok niet. Het leven is wat het is, lijkt Stok te willen uitdrukken. Wel probeert ze door de verhalen filosofische inzichten te verweven, maar heel erg diep gaan die niet. Daar tegenover staat Stoks zelfspot die het aangenaam maakt om dit personage te volgen, al kan er in die zelfspot een trucje worden gezien, een pose die mensen eerder voor iemand doet innemen dan een teveel aan zelfvertrouwen uitdragen. Verondersteld mag worden dat Stok zichzelf toont zoals ze werkelijk is.
Het gebrek aan gelaagdheid komt mede voort uit het autobiografisch materiaal waaruit Stok put. Het hoofdpersonage lijkt geen heel erge dingen mee te maken (of die blijven buiten beeld), op de dood van de broer van haar partner na. Haar karakter is, juist omdat ze hoofdzakelijk uitgebalanceerd en sympathiek is, geen bron voor verhalen over existentiële angst of geestelijke verwording, zoals Tomine, en ook als de graphic novel auteurs Chris Ware en Daniel Clowes ze wel bieden. Zij brengen meer dan hun eigen leven in beeld.
Overigens zullen niet veel mensen Stok aanraden meer serieuze thematieken te behandelen of meer ambitieuze verhaallijnen te bieden, want haar lezersschare zal vooral meer willen zien van datgene wat ze in haar mars heeft, namelijk een gewone levensloop in beeld brengen. Haar aanpak is vergelijkbaar met de Britse televisiereeks Up, die om de zoveel jaar een inkijkje biedt in het leven van gewone, ouder wordende Britten. Stok toont de ontwikkeling van een gewone Nederlandse vrouw en als tijdsdocument is haar werk geslaagd. Het is goed voor te stellen dat een (cultuur)historicus in de toekomst De Dikke Stok als bron zal gebruiken.
Herkenning en verbeelding
Er zijn vele typen lezers. Twee veel voorkomende zijn, ten eerste, de lezer die wil lezen over wat hij of zij al kent, om dan te knikken en te verzuchten: ‘ja, zo is het leven’ en, ten tweede, de lezer die wil verplaatst worden naar de wereld van de verbeelding, werelden die iets los woelen door te tonen wat de menselijke fantasie vermag. De hier verzamelde strips van Stok passen bij het eerste type lezer. Ze zijn een feest der herkenning en dat verklaart ook Stoks succes.
Het tweede type lezer zal niet veel uit deze bundeling kunnen halen. De verhaallijnen zijn vrij mager. Ook slice of life strips kunnen een verhaal in zich hebben dat tot de lezer spreekt, als er voldoende verbeeldingselementen, zoals spanningsboog, symboliek, spetterende dialogen, mooie personages en thematische rijkdom in zijn aan te treffen. Dat is in De dikke Stok niet per se het geval. Maar het onvolkomene in tekst en tekening, is de kracht van deze bundeling. Stok slaagt erin de lezer met het hoofdpersonage te laten meeleven. Het is geen personage dat je koud laat, door de menselijkheid en eerlijkheid (bijvoorbeeld over seks en lichamelijkheid) waarmee ze is begiftigd.