Buster Keaton lacht nooit is een verzameling essays over films. Grunberg schrijft op zo’n manier over de films dat het helemaal niet relevant lijkt of je deze films gezien hebt of niet want hij geeft alle informatie die je nodig hebt. Hierbij vertelt hij niet over de afloop want die is niet van belang voor het maken van zijn punt; bij de film Kids is dat bijvoorbeeld dat hij de film shockerend vindt.
De essays hebben als overeenkomst dat ze gaan over de manier waarop in een film met de werkelijkheid wordt omgegaan, volgens Grunberg zodanig dat je als kijker fictie en realiteit nog maar moeilijk uit elkaar kunt houden, of omdat in de film alles zo ontzettend realistisch wordt neergezet.
Als voorbeeld het essay ‘Catalogus van andermans tekortkomingen: Paul Haggis’s film Crash is één groot spel met raciale clichés’. Grunberg beschrijft hier de raciale clichés die in de film Crash aan de orde komen. De persoon die in de film wordt aangereden stapt uit zijn auto om te kijken wie dit ongeluk veroorzaakt heeft en ziet gelijk een ‘smerige neger die hem heeft aangereden’. In de film zitten negers voornamelijk in de gevangenis en parkeren latino’s hun auto in hun voortuin (dat schijnen latino’s te doen, aldus Grunberg). De hoofdpersonen zijn zich bewust van deze clichés, het is ‘normaal’. Filmmaker Haggis zou hiermee willen laten zien dat het de werkelijkheid is. De film zou niet bedoeld zijn om te proberen deze clichés te onderdrukken of extreem te belichten, en ook niet om te laten zien hoe slecht clichés zijn. Maar de werkelijkheid is hard, want het ís de realiteit, dergelijke clichés bestaan, aldus Grunberg. Tijdens het kijken van de film wordt de kijker zich ongemakkelijk bewust van deze realiteit. Vervolgens haalt Grunberg er nog wat andere vergelijkbare films bij, om uiteindelijk na een ietwat warrige uiteenzetting te concluderen dat ‘het wapen de angst is’.
Een ander voorbeeld: het essay ‘Zelfs wraak komt te laat: Waarom Once Upon a Time in America onvergetelijk is’. In dit essay gaat het over de film Once Upon a Time in America waarin we volgens Grunberg daden zien waarvan de consequenties niet alleen de toekomst veranderen, maar ook het verleden. Een heel leven kan op deze manier alleen nog maar bekeken worden door het filter van één enkele daad. Er wordt in dit essay geen vergelijking gemaakt met andere films.
Films die aan bod komen in de overige essays zijn onder andere nog Brokeback Mountain, One Hour Photo, The Apartment, The Passion of the Christ en World Trade Center. In de meeste essays wordt als een soort recensie over de desbetreffende film geschreven, en de enige overeenkomst tussen alle essays is dat ze gaan over hoe de werkelijkheid behandeld wordt in de films. Er worden geen verbanden tussen de verschillende films of essays gelegd. Dit komt waarschijnlijk omdat de essays niet voor deze bundel geschreven zijn, maar een verzameling zijn van columns die eerder verschenen in NRC Handelsblad en Vrij Nederland.
De essays zijn zeer beschrijvend, observerend, en weinig verdiepend. Ze lezen niet gemakkelijk weg, er wordt een actieve houding van de lezer verwacht. Je moet moeite doen om Grunbergs snelle gedachtewisselingen over de film te volgen. Hij haalt er veelvuldig andere titels bij en de stof die behandeld wordt is redelijk droog. Kortom: opletten geblazen voor de lezer. Maar hoewel hij zeer uitgebreid en zeker fraai taalgebruik hanteert, doet hij uiteindelijk niet meer dan louter observeren. Hij beschrijft wat we zien, maar verbindt hier geen conclusies of theorieën aan. Hij gaat niet de diepte in. De lezer die geen of weinig van de films kent, krijgt na een aantal essays wel het gevoel dat het ‘meer van hetzelfde is’. In alle essays gaat het immers over de frictie tussen werkelijkheid en fictie en gaat het over Grunbergs kijkervaring, het zijn combinaties van contemplatie en filmrecensie. Concluderend kunnen we stellen dat de essaybundel interessant is voor een klein publiek, namelijk de notoire filmliefhebbers die bekend zijn met de (meeste van de) beschreven films. Deze lezer zal zich herkennen in de observaties en al dan niet glimlachend terugdenken aan de bewuste film. Je kan je afvragen of iemand die de films niet gezien heeft, veel heeft aan Grunbergs observaties, al zit er een aantal interessante essays tussen waardoor hij of zij na het lezen getriggerd zou kunnen worden om de film te gaan zien. Anders blijft het net als luisteren naar twee mensen die praten over een boek, dat jij het niet gelezen hebt…
Buster Keaton lacht nooit
Auteur: Arnon Grunberg
Verschenen bij: Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar
Aantal pagina’s: 256
Prijs: € 19,95