Antonio Munoz Molina – Alles wat solide was

Alles wat solide was verdwijnt in het niets

Recensie door Martin Lok

‘Alles van waarde is weerloos’ zo dichtte Lucebert in 1974. Maar niet in Spanje, zo betoogt Antonio Muñoz Molina in zijn boek over de economische crisis in Spanje. In tegendeel. Daar was volgens hem tot voor kort juist alles wat waardeloos was solide. Totdat de snelgroeiende Spaanse zeepbel-economie in 2008 uiteenspatte en het land ontredderd en gedesillusioneerd achterliet. Maar volgens Muñoz Molina ook met de opdracht om de luchtspiegelingen uit het verleden achter zich te laten en schoon schip te maken. Om eindelijk goed te doen.

Daarvoor is het volgens Muñoz Molina ook de hoogste tijd. Dat maakt hij zijn lezers wel duidelijk. Want het Spanje van voor de crisis was een land dat veel te veel gekarakteriseerd werd door verdeeldheid, corruptie, verruwing en verbaal geweld. Terwijl het land nog nooit zo rijk geweest was. Slechts in enkele decennia was Spanje erin geslaagd de onderdrukking en angst van zich af te schudden die gepaard was gegaan met de dictatuur van Franco. En dat had de Spanjaarden een enorme rijkdom gebracht. Maar geen breed geworteld geluk. Het omgekeerde was eerder het geval. Volgens Muñoz Molina kon Spanje als gevolg van het ontbreken van een goed ontwikkeld democratisch besef en een ontbrekend ‘wij’ gevoel niet goed omgaan met de plotselinge rijkdom die het land overspoelde. ‘In Spanje zijn er te veel eeuwen van dictatuur en intolerantie geweest’, zo schrijft hij, ‘om de vrijheid van denken wortel te doen schieten, en ook de democratie heeft bij ons nog niet lang genoeg geduurd om er echt aan te wennen de vrije meningsuiting in de praktijk te brengen.’

Het gevolg hiervan was dat Spanje de sociale cohesie en structuur ontbeerde om de vruchten te plukken van zijn nieuwe rijkdom. Met als gevolg dat deze rijkdom werd verkwist door onderlinge agressie en de obsessieve zelfverrijking. Zonder dat de schuldigen daar echt op werden aangesproken. Omdat het not done was de vuile was buiten te hangen en de ‘eigen’ groep aan te vallen. Met als gevolg dat niemand wat zei, iedereen de andere kant op keek en alles solide was. Totdat in 2008 de zeepbel uiteenspatte.

In die tijd woonde Muñoz Molina overigens zelf allang in New York. Waar hij onder andere werkte als directeur van het Instituto Cervantes. Maar ondanks zijn langdurige afwezigheid bleef hij aan zijn vaderland verbonden. Via zijn columns in El Pais, via de vele romans die hij publiceerde en die zich veelal in Spanje afspeelden en via zijn kinderen die er studeerden. En toen de crisis uitbrak en de Spaanse jeugd, inclusief zijn eigen kinderen, in protest de straat op gingen, kon Muñoz Molina dan ook niet anders dan onmiddellijk terug gaan naar zijn vaderland. In zijn herinneringen, in de tijd, maar uiteindelijk ook fysiek. Om met eigen ogen te zien hoe alles wat solide was in het niets aan het verdwijnen was.

Muñoz Molina heeft vrijwel zijn gehele boek nodig om uit te leggen hoe dat in een democratisch land als Spanje kon gebeuren. En hij doet dat uitvoerig. Te uitvoerig. In alle opzichten. Zijn taal is overrijk, zijn zinnen onstopbaar lang. Veel lezers zullen hun wenkbrauwen fronsen bij zinnen van meer dan twintig regels, met meer dan 12 komma’s of andere leestekens. Als ze al niet eerder zijn afgehaakt. En een voorbeeld als toelichting op een stellingname is natuurlijk goed, en ook twee voorbeelden kunnen als ‘extra stevige onderbouwing’ nog wel worden gewaardeerd. Maar het zal de meeste lezers toch echt te gortig worden als ze zich door bijna twee pagina’s met vijftien voorbeelden moeten heen worstelen, van steeds weer andere maar toch vergelijkbare steden, die zich te buiten gaan in steeds weer dezelfde overmatige en hoogmoedige nieuwbouwprojecten.

En dat is jammer. Want Muñoz Molina’s visie op Spanje is een interessante. En leert je veel over de geschiedenis van zijn land, en daarmee ook over de worsteling die het doormaakt bij het bestrijden van de economische crisis waarin het gedompeld is. En je steekt als lezer ook nog eens wat op over die grote Spaanse schrijver, Cervantes. Die niet alleen met Don Quichot en Sancho Panza onvergetelijke romanfiguren creëerde, maar die in dat zelfde boek ook Het poppenspel der wonderen introduceerde. Een kluchtige eenakter waarmee Cervantes volgens Muñoz Molina avant la lettre beter dan wie dan ook de diepere context van Spanje’s huidige onvermogen verklaart.

In Het poppenspel der wonderen benadrukt Cervantes het belang van een zuivere identiteit. Een eis die in een land als Spanje, waar zo veel volkeren en culturen zich eeuw na eeuw vermengden, onvervulbaar blijkt. En dus een illusie. Net zo’n illusie als de soliditeit van Spanje. Zodat Muñoz Molina nog net voor de laatste pagina van zijn boek niet onverwacht tot de conclusie komt dat het spel der verbeelding uit is. Om vervolgens een pleidooi te houden voor tolerantie. Een pleidooi dat hij overigens gedeeltelijk een Nederlands tintje geeft, omdat hij twee weken in Amsterdam verbleef en zich daar laafde aan al wat volgens hem goed is in Nederland.

De laatste pagina van zijn boek besteedt Muñoz Molina aan een blik vooruit. Een hele pagina. Waarbij hij de stelling betrekt dat Spanje geen andere keus heeft de dingen anders te gaan zien, zoals ze werkelijk zijn. ‘Na zo veel luchtspiegelingen hebben we nu eindelijk, mogen we hopen, de jaren des onderscheids bereikt.’ Het zijn weliswaar woorden van hoop, maar het zijn ook woorden die nog heel ver af staan van een echt antwoord op de crisis. Terwijl de Nederlandse vertaling je dat wel belooft. De ondertitel luidt immers ‘Hoe uit de crisis te komen’. Maar die vraag wordt door Muñoz Molina niet beantwoord, en ook overigens in de oorspronkelijke taal niet op de cover gesteld.

Wonderlijk overigens, hoe een ondertitel en een cover vooraf een beeld kunnen schetsen van een boek dat zo anders is dan hetzelfde boek in de oorspronkelijke uitgave. De Nederlandse versie toont hoe drie mensen met man en macht een vallend huis tegen proberen te houden. Het lijkt een onmogelijke opgave, en daarmee lijkt ook het overkomen van de crisis bij voorbaat een kansloze missie. De Spaanse versie toont drie touwtrekkende mannen en geeft geen ondertitel en kondigt dus ook geen oplossing aan. De tegenstand van de touwtrekkers is niet te zien, maar de verbetenheid in hun strijd wel. Zij zullen winnen. Zoals Muñoz Molina dat wil. Vereend. En met de gave des onderscheids.

 

Alles wat solide was verdwijnt in het niets
Alles wat solide was
Antonio Munoz Molina
Vertaling door: Tineke Hillegers-Zijlmans, Frieda Kleinjan
Verschenen bij: Uitgeverij De Geus
ISBN: 9789044531435
288 pagina's
Prijs: € 19,95

Meer van Martin Lok:

Recent

27 maart 2023

Traumaverwerking in naoorlogs Duitsland

Over 'Eindelijk heb je ons gevonden' van Edgar Selge
23 maart 2023

Elke editie is verrassend en nodigt uit tot kijken lezen kijken

Over 'Kluger Hans #43 / Huid' van Redactie: Yasmin Van 't Veld, Dorien Couton, Hans Depelchin e.a.
22 maart 2023

Driewerf rosé!

Over 'Flessenhart' van Robert Schuit
21 maart 2023

Alles geschreven...

Over 'Cinemascope' van Gerrit Brand

Verwant