Alfred Birney is schrijver van De tolk van Java, de winnaar van de Libris Literatuur Prijs 2017 en van de Henriette Roland Holst-prijs van dat jaar. Voor die tijd was hij een schrijver die maar matig werd gelezen. Na het winnen van de prijzen werden er een aantal boeken op de markt gebracht of heruitgegeven. Eind 2020 verscheen De drie rivieren, een bundeling van drie al wat oudere novellen die eerder los van elkaar en in 2017 eerder gebundeld onder de titel De rivieren zijn uitgegeven.
Ze hebben een gemeenschappelijk thema: de ik, meneer B., gaat op zoek naar zijn afkomst waarbij steeds de vraag speelt hoe hij door anderen wordt gezien: als Indiër, als Indonesiër, als Nederlander, als blanke en vooral: hoe ziet hij zichzelf en hoe is hij geworden wat en wie hij is.
Uit De tolk van Java weten we dat Birney een beroerde jeugd en opvoeding heeft gehad met een zeer gewelddadige vader, een onmachtige moeder en pleeggezinnen. Ook in de drie novellen komen deze thema’s bovendrijven. Als titel hebben ze de naam van drie rivieren.
De Lossie
De eerste is de rivier de Lossie in Schotland. Meneer B., de ik in de gedaante van een Nederlandse gitarist met een Europees-Aziatische achtergrond, gaat op zoek naar een tak van zijn voorouders (de Birnies) om te achterhalen wat er in die familie gebeurd is, hoe zijn grootvader en zijn vader geworden zijn wie ze waren. Hij ontmoet een geheimzinnige vrouw die hem doet denken aan een personage uit een ballade van Donovan (de Chestnut Lady). Hier beginnen verbeelding en werkelijkheid door elkaar te lopen.
In deze novelle wordt de geschiedenis van Schotland gekoppeld aan die van de familie, maar het wordt niet duidelijk wat historisch klopt en wat de schrijver erbij fantaseert. Het lijkt erop dat hij erg naar zichzelf toe redeneert over de positieve en negatieve aspecten van zijn potentiële voorgeslacht. Bovendien worden er wel erg veel feiten, data en jaartallen opgesomd.
Met de geheimzinnige dame uit de stad waar meneer B. verblijft, gaat hij op zoek naar het plaatsje Birnie, waar zijn voorouders mogelijk vandaan zijn gekomen. Onderweg beleeft hij een seksueel avontuurtje met de vrouw, van wie hij in eerste instantie denkt dat ze gek is.
De IJssel
In de tweede novelle verblijft meneer B. in Deventer, aan de rivier de IJssel, waar hij zijn blanke dubbelganger ontmoet, (‘mijn diapositief’, tot vervelens toe steeds weer herhaald) die hem heel, heel erg veel warrige informatie over zijn grootouders vertelt. De dubbelganger blijkt een neef te zijn die op zoek is naar zijn grootmoeder die in Deventer gewoond schijnt te hebben. De ik weet niet wat hij daarmee aan moet. Hij had zelf al een beeld van zijn grootouders opgetrokken en dat wordt nu deels onderuit gehaald door de verhalen van zijn neef. En passant wordt er nog verwezen naar de Chestnut Lady bij wie hij mogelijk een kind verwekt heeft.
Een warrig geheel, deze novelle. Ook hier is niet duidelijk wat er zich daadwerkelijk heeft afgespeeld in het verleden. Het lijkt erop dat de schrijver zelf ook niet uit zijn verhaal komt. Het eindigt met de twee mannen aan de IJssel waar ze hun gesprek afronden en behoorlijk dronken worden.
De Brantas
De derde novelle speelt zich af in Jakarta, aan de rivier de Brantas die er met de haren wordt bijgesleept en verder geen functie vervult. ‘Wonen aan een rivier is in Nederland voor de rijken, in Indonesië voor de armen’, schrijft Birney treffend. Ook hier is hij als meneer B. druk bezig met zijn verleden: we krijgen meer over hemzelf te horen, zijn gewelddadige vader, de depressies en psychoses die de schrijver doormaakte, hoe hij in Nederland eerst werd gediscrimineerd en hoe hij daar uiteindelijk, mede door de muziek, een plaats verwierf. Waar hij het meest tegenaan loopt is het feit dat hij niet weet wat hij is: een ‘blanke Indo’ of een ‘Indonesische blanke’. En op deze bedevaart komt hij er ook niet uit. Hij blijft zich de buitenstaander voelen.
Het is verbazingwekkend dat deze schrijver zoveel lof krijgt toegezwaaid. Stilistisch is het niet sterk wat hij schrijft. Zijn woordkeus is vaak ongelukkig, de verhalen zijn warrig verteld en zitten vol storende herhalingen. Het egodocument of verondersteld egodocument De drie rivieren overstijgt het niveau van private ideeën en gedachten helaas niet.