In de nieuwe verhalenbundel van Pulitzerprijswinnaar Adam Johnson (The orphan master’s son) staan zes verhalen. Een aantal daarvan is beklemmend, indrukwekkend, gruwelijk; door het gedrag van de hoofdpersonages, door de setting, door de manier van vertellen. Je zou het, al zijn ze op een verraderlijk lichte en luchtige toon verteld, horrorvehalen kunnen noemen.
Johnson vertelt van binnenuit, vanuit de personages, maar ook vanuit de situatie en maakt zo invoelbaar wat personages doormaken, geloven, voelen, hoe ze tegen de wereld aankijken, maar vooral ook: hoe de wereld naar hen kijkt De hoofdpersonen zijn allemaal buitenstaander in die wereld. Het zijn allemaal personages met een twist: op het eerste gezicht ‘normaal’, lees je wat verder dan komt de ware aard naar voren.
Het boek wegleggen is bijna niet mogelijk omdat het zo spannend is, en tegelijkertijd: steeds maar doorlezen wil je ook niet omdat een verhaal soms wel erg gruwelijk wordt.
Beklemmend
Een mooi voorbeeld is het verhaal over de ex-directeur van een Stasigevangenis in het voormalige Oost-Duitsland: George Orwell was een vriend van me. Deze man is zo beïnvloed door de omstandigheden waarin hij is grootgebracht, dat hij, zelfs jaren na de val van de muur en de opheffing van zijn land, niet wil en kan zien wat er in zijn gevangenis gebeurd is en hoe hij daar aan mee heeft gewerkt. Tussen de regels door lees je over zijn gezinsleven, over zijn bestaan als gevangenis-directeur. Hij ontkent in feite zijn bestaan, zijn gezin. Hij ontvangt geheimzinnige pakketjes met voorwerpen uit de jaren dat hij de gevangenis bestuurde. Voorwerpen die hij van gevangenen in beslag nam. Hij ontdekt wie die pakketjes bij hem achterlaat, wat hem aan het denken zet. Hij sluit zich aan bij een rondleiding in zijn als museum ingerichte gevangenis, waar hij geconfronteerd wordt met een ex-gevangene die hem wil laten inzien wat er werkelijk in zijn gevangenis is gebeurd.
Dit verhaal is zo ongelooflijk beklemmend, zo goed gedocumenteerd dat je je tijdens die rondleiding terugwaant in de tijd, alsof je zelf in de jaren zestig in die gevangenis zit: de geur, de angst, de kou, de gruwel. Het lijkt wel door een Duitse ex-gevangene geschreven.
Vervreemdend
Het verhaal Nirvana, waarmee de bundel opent, is vervreemdend, maar heeft toch een herkenbaar en invoelende sfeer. De echtgenoot van een ernstig zieke vrouw vlucht in dialogen met een 3d-versie van de vermoorde president van zijn land waar hij moed en kracht uit put om het uitzichtloze leven met zijn vrouw vol te houden. Hij geeft zijn vrouw het mooiste cadeau wat hij voor haar kan bedenken. Merkwaardig, gek, onrealistisch en toch: je vergeet het niet.
Verontrustend
Ook sterk is het verhaal over een verknipte pedoseksueel, die spijt lijkt te hebben van zijn verleden, een rol wil spelen in de opsporing van de makers van kinderporno, maar tegelijkertijd zijn eigen verzameling koestert en een zeer ongezonde belangstelling heeft voor twee jonge buurmeisjes. Dader en bestrijder in één. Hij leest een verhaal over bommen onklaar maken: ‘hij zegt dat je een bom in de echte wereld onklaar kunt maken, maar de bom in je hoofd, die zit er voorgoed’. Hij kan zichzelf nog net in de hand houden, maar je twijfelt elke zin weer hoe lang hij dat vol kan houden. Heel erg verontrustend.
Lot of geluk
Het laatste verhaal, het titelverhaal, gaat over twee gevluchte Noord-Koreanen die in Zuid-Korea heimwee hebben naar hun vaderland. Ook weer zo’n twist: je vlucht uit je land voor alle gruwelen, komt in het land van melk en honing, maar je ervaart dat niet zo. Een van de twee gaat zelfs, op een nogal bijzondere manier, terug naar het noorden. Hij gebruikt daarvoor een merkwaardig argument. Hij beweert: ‘Een mens krijgt maar een bepaalde hoeveelheid geluk in zijn leven Dat geluk is op als hij vrij is en dan is het verlangen naar vroeger groter’
En daarmee zijn we bij de titel van deze bundel aangekomen: Als het lot lacht. De Engelse titel luidt: Fortune smiles, wat ook vertaald had kunnen worden als Als het geluk lacht. Het Geluk en het Lot zitten dicht op elkaar blijkt uit alle verhalen. Het Lot lacht de mens vaak uit, het Geluk heb je niet in eigen hand.