‘Wat een kanjer!’ Deze verzuchting slaakte ik bij het ter hand nemen van Kwaadschiks. Sinds Oorlog en Vrede van Tolstoj niet meer zo’n dik boek gelezen; 1280 bladzijden en dan te beseffen dat dit boek slechts een onderdeel is van de romancyclus De tandeloze tijd die inmiddels bestaat uit zeven boeken. Maar het is ook een verzuchting als teken van bewondering voor een groot schrijver. ‘Hoed af’ voor deze roman en voor Van der Heijden. Aanvankelijk terugdeinzend voor het volume, heb ik het boek uiteindelijk in één adem uitgelezen.
Pieter Baan Centrum
Opgezet als een raamvertelling behandelt het verhaal slechts één dag uit het leven van Nico Dorlas, een briljante reclameman die met zijn bijtend sarcasme in staat blijkt iedereen angst aan te jagen. Volgens het Pieter Baan Centrum, dat een rapport over hem heeft opgemaakt n.a.v. een poging tot moord op een prostituée, is Dorlas een ‘theatrale persoonlijkheid met narcistische trekken’, gewelddadig en behept met een ziekelijke verlatingsangst als gevolg van een traumatische jeugd. Hij lijdt aan een levensbedreigende slaapapneu, waarvoor hij beschikt over een speciaal beademingsapparaat. Voorts gaat hij gebukt onder een pijnlijke hernia in zijn rug en is hij verslaafd aan de drank (wodka) en de coke.
Binnen, Buiten en Binnenstebuiten
Het verhaal draait om Dorlas’ pogingen zijn geliefde, Désy, die voor hem is weggevlucht op te sporen en terug te krijgen. Hij deinst daarbij voor niets terug, zelfs niet voor grof geweld. In hoofdstuk XVII maakt Nico Dorlas in een gesprek met Staf, de baas van zijn stamkroeg en laatste steun en toeverlaat, buiten, staande in de regen onder een paraplu met een bierglas in de hand, de balans op van zijn pogingen. Hij concludeert dat hij tot dan toe vruchteloos gebruik gemaakt heeft van de ‘beproefde middelen. Drinken, snuiven, dreigen, liegen, bedriegen…. en tenslotte de twee rinkelende kogelhulzen op het tuinpad van zijn schoonouders b.d.’ Niets heeft hem geholpen Desy terug te halen. Nu gaat dat veranderen. Als het niet goedschiks gaat, moet het maar kwaadschiks. Psychologisch gezien ruilt Nico Dorlas nu de wereld van het veilige ‘Binnen’ in voor de wereld van het onveilige ‘Buiten’, begrippen die terugkomen in de hoofdstukindeling: Binnen, Buiten en Binnenstebuiten. Hij besluit voortaan ‘hoog spel te spelen met geheel nieuwe middelen’. Het wordt nu alles of niks. De persoonlijkheid van Nico Dorlas lijkt zo representatief voor een eigenschap die, volgens psychologen, veel meer voorkomt bij mannen dan bij vrouwen, nl. de gerichtheid op destructie en zelfdestructie.
Tristan en Isolde
Dorlas wil de voortdurende onrust en het lawaai in zijn hoofd bezweren door Désy mee te voeren naar zijn gedroomde wereld van rust en stilte door haar een, wat hij noemt, Onherstelbaar Verbeterd Leven (OVL) aan te bieden, een leven zonder geschreeuw, herrie, dreigementen, handtastelijkheden, eerst in de bestaande wereld, en als dat niet mogelijk blijkt, in de liefdesdood. Hij besluit Désy de keus te geven: samen leven, of samen sterven zoals in de beroemde opera Tristan en Isolde, een thema dat hem van kindsbeen af weliswaar al fascineerde, maar tegelijkertijd, mede door de te Duitse muziek, als 24-jarige jongeman nog veel te ver ging. Nu niet meer. In een dolle dronkenmansrit door de straten van Amstelveen gaat Dorlas op weg naar de grote kladderadatsch. Met de fles wodka als vaste partner in de bijrijderstoel en het apneutoestel voor zijn gezicht laat hij Staf en zijn café voor wat ze zijn en scheurt in zijn BMW naar de Van Zomerenlaan om Désirée zijn OVL over te brengen, achtervolgd door maar liefst drie zwarte Suzuki’s. Daarna volgen de ontwikkelingen elkaar, in een razend tempo op, als in een roadmovie: een schot, een dode, Désy???, een gijzeling, onderhandelingen met de politie, inrichting van een crisiscentrum en uiteindelijk de apotheose: zijn arrestatie.
Van der Heijden
Van der Heijden speelt met de tijd. Alles speelt zich af binnen een etmaal, maar door voortdurend uitgebreide flashbacks in te bouwen over bijvoorbeeld de relatie van Nico Dorlas met zijn vader, die op sterven ligt in het VU Medisch Centrum, en met zijn gehate stiefmoeder Hetty verhoogt Van der Heijden de spanning en intensiteit van het gebeuren. Deze verdikking van de tijd bevordert de psychologische diepgang van het verhaal. Het maakt de stress waaronder Nico Dorlas voortdurend gebukt gaat bijna voelbaar, maar draagt ook bij aan het ontstaan van een thrillerachtige spanning, zeker in het tweede deel als de gebeurtenissen over elkaar heen buitelen. Het wachten bij het sterfbed op de komst van zoon Nico vertraagt de tijd juist weer en vormt zo als het ware een soort contrapunt in het tempo waarin het verhaal zich afspeelt. Prachtig! Het doet sterk denken aan een compositie van Bach.
Van der Heijden lijkt geen hoge pet op te hebben van het politiecorps. In het boek wordt de knulligheid van de politie breed uitgemeten en associaties met het politieapparaat van Rommeldam liggen voor de hand. Zo blijkt Dorlas in staat zowel zijn geconfisqueerde rijbewijs onder de ogen van de dienstdoende agent te stelen als er met zijn in beslag genomen auto vandoor te gaan. Het naleven van protocollen lijkt als hoogste goed te gelden bij het oplossen van noodsituaties, bijvoorbeeld als er een compleet 24-uurs crisiscentrum wordt ingericht onder leiding van de burgemeester om leiding te geven aan de goede afhandeling van de vermeende gijzeling, terwijl de meest eenvoudige initiatieven als goed navraag doen naar mogelijk betrokken personen achterwege worden gelaten. Het wordt zelfs lachwekkend als Dorlas na zijn arrestatie niet eens behoorlijk is gefouilleerd op een mogelijk verborgen wapen.
Hoewel Kwaadschiks een onderdeel uitmaakt van de cyclus De tandeloze tijd, is het als roman een geheel onafhankelijk werk. Dat betekent dat er weliswaar sprake is van terugkerende figuren zoals de advocaat Ernst Quispel, een Bram Moszkowicz-achtige ijdeltuit en diens assistent, tevens schrijver van toneelstukken, Albert Egberts, maar het is geen bezwaar deze niet uit vorige delen te kennen.
Van der Heijden neemt zonder twijfel een unieke plaats in de Nederlandse letteren in en dit boek is daarvan een schitterend voorbeeld. In alle opzichten is dit dan ook een kanjer van een boek geschreven door een kanjer van een schrijver.