K. Schippers – Op de foto

Peuteren aan de rafelranden van het gewone

Recensie door Machiel Jansen

De Canadese pianist Glenn Gould (1932-1983), ooit wereldberoemd door zijn onnavolgbare uitvoeringen van Bach, waarbij je hem kon horen neuriën en zichzelf met één hand zag dirigeren, had een voorliefde voor de muziek van Arnold Schönberg. Deze had in 1921 de zogenaamde twaalf tonen muziek bedacht. Piep- en knor muziek heb ik het wel eens horen noemen. Gewone harmonieën zijn verdwenen en de klanken klinken nog wel eens willekeurig, waardoor de meeste mensen zich achter de oren krabben en zich afvragen waar ze nu eigenlijk naar luisteren. Schönbergs twaalf toon muziek verwart, zeker diegenen die het voor het eerst horen.

Gould vroeg zich af waarom we toch zo veel moeite hebben met zulke muziek die fundamenteel afwijkt van de melodische  klanken die we gewend zijn. Als je nou eens een kind alleen maar atonale muziek zou laten horen, zou het dan later net zo in de war raken van conventionele, tonale muziek? Gould dacht van wel. Het zijn volwassenen die moeite hebben het ongewone gewoon te vinden.

Je zou kunnen zeggen dat Schönberg het muzikale alfabet had veranderd. Hij had de harmonische wetten van de muziek naar zijn eigen hand gezet. In het begin van de twintigste eeuw was hij niet de enige die morrelde aan bestaande alfabetten, wetten en grammatica’s. Schönbergs vriend, de schilder Kandinsky maakte abstracte schilderijen bestaande uit cirkels, driehoeken, lijnen en kleurvlakken die allemaal een eigen betekenis hadden en onderdeel waren van een zelf bedachte, spirituele taal. Tijdgenoot Marcel Duchamps bedacht zelfs een alternatieve, humoristische natuurkunde die hij in zijn kunstwerken tot in detail uitwerkte. Het resultaat van al die experimenten was telkens dat het gewone plotseling ongewoon werd en het enige wat je daarvoor hoefde te doen was iets veranderen aan een klein maar fundamenteel principe.

In K. Schippers nieuwe roman Op de foto staat een dergelijk experiment centraal. Ons alfabet kent 26 letters, maar wat als er nu een 27ste zou blijken te zijn? Hoe zou die letter er uit zien en hoe zou de taal er mee verrijkt worden? Schippers’ roman is een dans rond die vragen en de lezer blijft na afloop prettig duizelig achter.

Een extra letter in het alfabet hoe zou die eruit zien? In Schippers roman is het een kleuterklas die op die vraag het best en zonder moeite het antwoord weet. Het zijn de volwassenen die reageren alsof ze voor het eerst een muziekstuk van Schönberg horen. Zij zijn het die even verward raken, op zoek gaan naar betekenis en in een enkel geval zelfs hun leven een andere wending geven. Glenn Gould zou tevreden geknikt hebben.

Het verhaal is in deze roman eigenlijk ondergeschikt aan het gedachtenexperiment rond de 27ste letter. Abbie en Jan zijn op vakantie en laten door een onbekende een foto van hen maken. De foto (op een ouderwets rolletje) wordt naar huis gestuurd waar een zekere Yvette en haar vriend Rob onmiddellijk geïntrigeerd raken door de foto. Er is iets mee. Het tweetal ziet er van alles in en komt er snel achter dat hij gemaakt is door Alain Dubout, een beroemd fotograaf. Ze besluiten dan ook de foto te koop aan te bieden aan een Londens veilinghuis dat onmiddellijk geïnteresseerd is. Abbie en Jan weten ondertussen van niets, maar ook zij raken later in de ban van de foto en ontdekken dat deze verwijst naar de 27ste letter van het alfabet. Zowel foto als letter worden een steeds belangrijker onderdeel van hun leven. Maar het is Yvette die alleen besluit af te reizen naar het eiland en op zoek te gaan Dubout en het raadsel van die ene letter probeert te ontcijferen.

Het verhaal mag dan ondergeschikt zijn aan het idee van een extra letter in het alfabet, de manier waarop het verteld wordt, vol met raadseltjes en (pseudo)aanwijzingen, blijft voortdurend boeien en illustreert op een fraaie manier het doel van experiment. Schippers peutert voortdurend aan de rafelrandjes van het gewone, waardoor je op zijn minst het vermoeden krijgt dat er iets ongewoons onder zit. Het idee dat elke zin betekenis heeft kun je bij Schippers dan ook het beste los laten. Zo noemt hij de naam van het eiland niet waar Abbie en Jan op vakantie zijn en waar Dubout de foto maakt, en prikken Rob en Yvette spelden op een kaart om zo bij te houden waar Dubout op zijn reizen is geweest. Maar wie er achter komt dat het eiland Corsica is, heeft een puzzelstukje in handen dat op geen enkele plaats lijkt te passen. De boodschap lijkt te zijn dat de randen van een enkel puzzelstukje veel leuker zijn dan de afgemaakte puzzel en dat een zoektocht veel interessanter is als je dingen vindt waar je helemaal niet naar op zoek was. Sterker nog, de lol is er af als je snel vindt waar je naar op zoek naar bent.

‘Plezier’ is het woord dat komt bovendrijven na het lezen van deze roman. Plezier om het gewone weer ongewoon te vinden, de plezier van de lichte verwarring en de plezier van het vluchtig kennismaken met kunstenaars en kunst. Want Schippers wordt niet moe in kleine terzijdes te verwijzen naar kunstenaars, literatuur en muziek, van Meret Oppenheim tot Judy Garland. Maar nergens wordt het opdringerig of overdreven ijdeltuiterij. In plaats daarvan illustreren al deze verwijzingen het plezier van het peuteren aan het gewone. Je zou dan ook kunnen zeggen dat Op de foto in essentie gaat over kunst, die op een lichtvoetige manier levenskunst wordt.

In 2010 publiceerde Schippers nog zijn zoektocht naar Marcel Duchamps en je zou deze roman een fictieve versie van dat verslag kunnen noemen. Zoals Schippers gefascineerd en beïnvloed werd door de kunstenaar die gewone voorwerpen tot kunst verhief en eigen wetten en meeteenheden bedacht, zo raakt Yvette gefascineerd door Dubout, die veel meer blijkt te zijn dan een fotograaf. Net als Duchamps is Dubout een kunstenaar die kunst en leven met elkaar vermengt, zich terugtrekt en geen aandacht besteed aan roem en publiciteit.

Duchamps werk is wel in verband gebracht met Dada, de beweging die na de eerste Wereldoorlog Europa even in zijn ban had. En Schippers draagt zijn oude, niet versleten liefde voor Dada nog altijd uit, zoals vorig jaar nog tijdens de tentoonstelling van de gebroeders Ritsema in Drachten. In Op de foto is het dan ook niet voor niets dat Abbie kinderpsychologe is en pogingen doet om het moment vast te leggen dat kinderklanken betekenis krijgen. Dada probeerde in zekere zin het omgekeerde; het betekenisvolle moest tot onzin worden afgebroken.

Het is op de scheidslijn van onzin en betekenis waar Schippers zich het meest op zijn gemak voelt. In 1958 richtte hij samen met Bernlef en G. Brands het tijdschrift Barbarber op, waarin de poëzie gezocht werd in de onzin en het verrassende in het alledaagse. Naast bijdragen van de oprichters en hun vriendenkring waren regelmatig teksten te lezen van dadaïsten of half vergeten schrijvers uit vroeger tijd. Een enkeling wordt ook genoemd in Op de foto, zoals bijvoorbeeld Edward Lear (1812-1888), aan wie Barbarber eens een heel nummer opdroeg. Lear is de auteur van diverse onzin alfabetten die overigens allemaal 26 letters hebben. Lear schreef onzin rijmpjes voor elke letter van het alfabet, en gaf ze in eerste instantie aan kinderen te lezen. Dat de kring rond Barbarber ze zo mooi vond, heeft alles te maken met het kinderlijk vermogen de grens tussen onzin en betekenis te laten vervagen. Bij Lear werd de systematiek van het alfabet immers ondermijnd door de ontregelende onzin van zijn rijmpjes.

In 1990 toen Schippers, Bernlef en Brands hun Barbarber-tijd wilden samenvatten in een boek, deden ze dat ook in de vorm van een alfabet. Maar ook hier ontbreekt de 27ste letter. Op de foto maakt die omissie goed.

 

Omslag Op de foto - K. Schippers
Op de foto
K. Schippers
Verschenen bij: Singel Uitgeverijen
ISBN: 9789021442099
184 pagina's
Prijs: € 19,99

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!

Meer van Machiel Jansen:

Zoutloze wansmaak

Over 'En dan komen de foto's' van A.H.J. Dautzenberg

Recent

9 juni 2023

Boeken bieden soelaas in Japanse verhalenbundel

Over 'De bibliotheek van geheime dromen' van Michiko Aoyma
6 juni 2023

Verloren in virtuele escapades

Over 'De lokroep van Elysium' van Ilmar Taska
5 juni 2023

Sms-taal relativeert zelfmedelijden

Over 'Uitzicht van dichtbij' van Megan van Kessel
3 juni 2023

Jonge activisten bieden hoop

Over 'De toekomst is van ons' van Samuel Hanegreefs
2 juni 2023

Voorspelbaar, maar toch boeiend

Over 'Hoeveel ik van je hou' van Esther Freud