We komen tot stilstand in een enorme goot van gras. Ik kijk op van mijn boek. In drie talen wordt omgeroepen dat we moeten wachten voor de tunnel. Kort daarna komt de trein weer in beweging, we rijden het zwart in. Het boek dat ik herlees is Peter Camenzind, de debuutroman van Hermann Hesse en net als vijftien jaar geleden word ik weer gegrepen door de jeugdige verlangens van de gelijknamige hoofdpersoon. Peter is een bonkige boerenjongen uit het Zwitserse Hoogland. Met de financiële hulp van een weldoener gaat hij studeren in de stad. Hij verdient wat bij met het schrijven van boekrecensies en vaak heeft hij honger, er is altijd net te weinig geld. Maar hij heeft een vriend, de bergen en boeken om te lezen. Over het studeren: ‘En zo werd mijn droom waarin ik de volheid van het leven en de geest voor me had zien openliggen dagelijks bewaarheid en werd mijn hart door eerzucht, vreugde en jeugdige ijdelheid verwarmd.’
In de aantekeningen-app van mijn telefoon noteer ik het woord ‘eerzucht’. De eerste druk van dit boek verscheen in 1904, toen mensen dat kennelijk nog weleens waren, eerzuchtig. Ik voel me betrapt omdat ik de hooggespannen verwachtingen van Peter deel, omdat ik zijn streven naar volheid snap, omdat ik dit alles tegelijkertijd bestempel als sentimenteel. Want tijdens het lezen verouder ik samen met Peter van de eenentwintigjarige die ik bij eerste lezing was, in de zesendertigjarige die ik nu ben. Het is 2019 en sentimentaliteit is een zonde. De trein schiet de tunnel uit, kinderen juichen.
Een week eerder reisde ik naar Gent omdat mijn eigen debuutroman was genomineerd voor een prijs. Zittend in een zuurstof-arm zaaltje dacht ik dat ik zou gaan overgeven. Iemand anders won en hard klappend verbeet ik mijn teleurstelling. In gedachte had ik de prijs vaker gewonnen dan verloren, nu bleek die spanning toch groter te zijn dan de kater. Aangekomen in Londen bezoek ik The Natural History Museum, ik struikel over kinderen, buggy’s, langs dino’s en krokodillen naar degene voor wie ik kom: het skelet van de reuzeluiaard, in het Engels zoveel meeslepender ’the giant sloth’. Hij is enorm en uitgestorven. Ik weet weinig over dit beest, zijn gewoontes, zijn wereld die zo anders was dan de onze, zijn uitsterven. Ik vermoed van alles en denk aan Peter, en aan alle levens die nog onvervuld voor ons liggen.
Mariken Heitman is bioloog en schrijfster. In haar columns schrijft ze over de natuur en over boeken. In januari 2019 verscheen haar debuutroman De wateraap (Atlas Contact).