Overleden tijdens lezen van dit boek

De man of vrouw die op 15 juli 1977 Hebdomeros van Giorgio de Chirico kocht of kreeg, wachtte daarna nog bijna anderhalf jaar voordat hij of zij in het boek begon. Dat maak ik op uit wat er geschreven staat op de franse titelpagina van de Nederlandse vertaling uit 1973 die ik gisteren op het Waterlooplein kocht: ‘de Chirico overleden / nov. 1978. / tijdens lezen / van dit boek.’
Het was weliswaar de naam van de schrijver die mijn aandacht trok, maar het waren deze slordig geschreven woorden die mij over de streep trokken. Dat het boek maar één euro kostte, speelde geen rol.

Giorgio de Chirico… Schilder die op zijn vroege doeken de leegte alle ruimte gaf. Zo ben ik naar hem gaan kijken sinds Niet verder vertellen van K. Schippers. Dat hij ook schreef, was ik blijkbaar even vergeten. Vandaar mijn ingetogen aha-erlebnisje, waar overigens niemand aanstoot aan nam.
Die De Chirico overviel met zijn dood een lezer. Een lezer die door de verkopende partij middels een zwart balkje onherkenbaar is gemaakt, maar gezien het handschrift denk ik dat hij een zij is.
Waarom liet zij Hebdomeros anderhalf jaar ongelezen in de kast staan of op een stapel liggen? En wat maakte dat ze er uitgerekend vlak voor de dood van De Chirico in begon? Zag ze zijn werk hangen en herinnerde ze zich toen dat ze dat boek gekocht had nadat ze hem al eerder ergens zien hangen?

Ik vraag me af of ze wist wat haar te wachten stond. Hebdomeros is geen gewoon boek, ook al oogt het als een roman (maar dan een zonder dialogen). Hebdomeros (‘hoe zei u dat hij heette?’) is een man met opvattingen, die zich op een geheel eigen wijze door de wereld beweegt. Hij onderscheidt morele en immorele spijzen; kan het goed vinden met rolgordijnen en twijfelt niet aan het bestaan van centauren (maar dat kun je hém niet kwalijk nemen: zijn schepper werd geboren in Volos en daar komen centauren heel veel voor).
Echte actie ontbreekt en gedreven door een plot wordt Hebdomeros ook niet. Daar kijkt tegenwoordig niemand meer van op, maar in 1929 was het boek van De Chirico ‘apart’. Behalve voor wie geloofde in surrealisme en metafysica.

Was de anonieme eigenaresse van Hebdomeros al zo ver dat ze ook iets kon vinden van de roman op het moment dat De Chirico stierf? Onduidelijk is of ze Hebdomeros uitgelezen heeft. Misschien belandde het boek van schrik wel weer in de kast om er vervolgens nooit meer uit te komen. Het zal je ook maar gebeuren dat de schrijver van het boek dat op je nachtkastje ligt de geest geeft. Ook al is die schrijver op dat moment negentig.
Dat brengt me op de vraag hoe en waarom deze Hebdomeros op het Waterlooplein belandde. Wat is er gebeurd met de vrouw die ‘de Chirico overleden / nov. 1978. / tijdens lezen van / dit boek.’ het vermelden waard vond?

 

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!