Over tederheid

In mijn hoofd klinkt sinds een week het melancholieke deuntje van ‘Verdomme Kees’, van Frans Halsema. Het zit in mijn hoofd, wil er niet meer weg. Ik leg mijn bestek neer als ik uitgegeten ben, schuif een stoel achteruit, haal broden uit de oven, zie hoe ze daar goudbruin liggen te dampen, alles gewoon. Dan als ik me omdraai, mijn jas op hang, de krant dichtvouw, mijn fiets op slot zet, zingt er een plotseling ‘Verdomme Kees’ door mijn hoofd. Op de nagalm van deze tune ga ik verder met de dingen tot weer dat deuntje door mijn hoofd gaat, ik stilsta, weet dat het door ‘Wim’ is dat ‘Verdomme Kees’ in mijn hoofd zit.

Wat helpt is lezen in De duimsprong van Miek Zwamborn. Het is een van de mooiste en zachtmoedigste boeken die ik in jaren heb gelezen. Een roman rijk aan verhalen over personen die de aarde in  kaart willen brengen. Haar manier van schrijven is onderzoekend maar vooral helder en maakt van elk persoon, hoe moeizaam de levensloop ook, een oprecht geaard mens. Ze beschrijft mensen die een doel hebben, ook al is dat doel het einde van het leven. De rode draad in De duimsprong is een jonge vrouw die, nadat ze hoort dat haar klimvriend Jens is verdwenen, wil achterhalen wat er gebeurd is. In de hoop hem te vinden gaat ze opnieuw de klimtochten maken die ze eerder met hem maakte, ze zoekt op alle plekken waar ze samen zijn geweest. De ontroering ontspringt uit de poging de tijd stil te zitten, te geloven dat hij daar is waar ze hem gezien heeft, waar ze samen waren.

‘Op de een of andere manier geloofde ik door naar de plekken te gaan waarover hij me had verteld dichter bij zijn verdwijnpunt te komen. Ik vertrok naar Engeland. Toen ik net als Jens langs de stronken van het Fossil Forrest liep en me op de terugweg over het strand van de Hoefijzerbaai liet blazen ontdekte ik in een van de straten dwars op de baai een boom met daarin buitensporig veel plastic emmertjes en schepjes, aangespoeld waarschijnlijk, verzameld door de zee zelf of achtergebleven op het strand. Daar onder die boom heb ik voor het eerst om Jens gehuild. Al die vermiste voorwerpen bijeen in de boom deden me beseffen dat ik hem wellicht nooit meer terug zou zien.’

Miek Zwamborn werd door Wim Brands geïnterviewd in 2013. Brands geniet zichtbaar hoe ze vertelt over de uitgangspunten en ontdekkingen die haar tot het schrijven van dit boek hebben aangezet. Genieten is een vorm van tederheid. En dan zingt het weer in mijn hoofd ‘Verdomme Kees’, bij wie moeten nu al die jonge schrijvers, voor wie het het toppunt van waardering is ooit in Boeken met Brands te mogen zitten, waar moeten die nu heen? Nog liever dan met een DWDD-sticker te worden opgescheept werden ze, zeker weten, liever door Wim Brands uitgenodigd om over hun boek te komen praten. ‘Dat zegt iets, naar ik vrees…’

 

Kijk hier de uitzending met Miek Zwamborn: vpro.nl


Inge Meijer is een pseudoniem. Zij schrijft over boeken als steunpilaren van het leven en over de ontdekkingen die zij doet in de marges van de literatuur.

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!

Meer van Inge Meijer: