Michel Faber, geboren in Den Haag, maar opgegroeid in Australië en nu wonend in Engeland, nam zich na de verschijning van Het boek van wonderlijke nieuwe dingen te stoppen als romancier. Tot zijn uitgever hem vroeg om een bijdrage voor de herdenking van de 150ste sterfdag van Dickens in 2020. Dat deed hem terugdenken aan een sprookje dat hij dertig jaar eerder had geschreven maar nooit had gepubliceerd. Het was een verhaal over het meisje Dhikilo dat door een professor wordt geholpen om de letter D terug te vinden die uit de taal was verdwenen. Ineens wist Faber dat die professor Dickens zou moeten zijn. Het is een boek geworden over problemen van onze tijd – onderdrukking, censuur en vrijheid – dat doet denken aan Alice in Wonderland.
Oogst week 39 – 2020
Arthur Japin heeft een grote belangstelling voor kunstenaarslevens. Na Vaslav (over Nijinski) en Kolja (over Tsjaikovski) is er nu Mrs. Degas. In deze roman leeft Japin zich in in het toenemende isolement van de schilder Degas in zijn laatste jaren toen hij blind was en nog met weinigen contact had. Met zijn familie had hij geen contact. De vrouw uit de titel is de Creoolse Estelle, zijn Amerikaanse nichtje dat blind werd. Als een jonge vrouw Degas helpt zijn archieven te ordenen komen bij de schilder herinneringen terug aan Estelle die hij vaak schilderde terwijl ze aan het bloemschikken was. Het blijken pijnlijke herinneringen te zijn.
De Sovjet-Unie is uiteengevallen. Julia Khusainova gaat met haar ouders eten in hun favoriete restaurant. Haar vader vertelt ‘na een paar wodka’s dat in hal drieëndertig al vijf jaar niets werd gemaakt, die stond leeg. Mijn moeder huilde, mijn vader schaterlachte. Ikzelf geloofde er niets van: mijn vader nam natuurlijk iedereen in de maling, net als elke dubbelspion.
Ik was ontroerd, maar ook volkomen van streek, mijn hele wereld leek ineens een wankele constructie. Ik vroeg me af wat schadelijker was: de harde werkelijkheid of de schone schijn ophouden? Wanneer moest je lijden? Wanneer mocht je eraan ontsnappen? En wanneer verloor je de balans?’
Het is een fragment uit ‘Tsarinakapsels en metershoge grafstenen’, één van de essays in het jongste nummer van Tirade 480. Het bevat verder gedichten van onder anderen Tonnus Oosterhof en Maria Barnas, een essay van Sander Kollaard en verhalen van Langston Hughes en Samira Elomari.