‘Ik heb een hekel aan mensen.
Ik heb een hekel aan mensen die zich, zonder werkelijk te weten waar het over gaat, in een gesprek over gebeurtenissen uit het recente of een ver verleden mengen en het zicht op het onderwerp van gesprek met hun niet terzake doende opmerkingen volkomen vertroebelen.’
Een heel herkenbare uitspraak. Maar tijdloos ook, want al zo’n 1000 jaar geleden opgeschreven.
Sei Shonagon, hofdame aan het Japanse hof in de tiende eeuw schreef wat ze zag, hoorde, dacht en beleefde op in haar dagboek. Bovenstaand fragment is een citaat uit de vertaling vanuit het Engels uit 1988 die toen bij Nijgh & Van Ditmar verscheen. Nu is Het hoofdkussenboek bij Athenaeum verschenen in een rechtstreekse vertaling door Jos Vos.
De dagboeknotities van Sei Shonagan kunnen nog steeds bekoren. Sei Shonagon schrijft over de (gesloten) hofcultuur, over poëzie, haar eigen avontuurtjes, de natuur. Ze blijkt soms geestig, soms scherp en neerbuigend en altijd vol adoratie voor de keizerlijke familie.