Andrej Koerkov (Leningrad, 1961) is de beroemdste schrijver van Oekraïne. Niet omdat de Oekraïners zo veel lezen maar omdat Koerkov regelmatig op tv verschijnt en buitenlandse media hem interviewen over de huidige toestand van zijn land. Koerkov schrijft in het Russisch, wat hem door Oekraïners wel werd verweten. Zelf zegt hij daarover in een interview in Trouw: ‘Ik spreek beter Oekraïens dan veel Oekraïenstaligen. Toen Oekraïne nog een Sovjetrepubliek was, redigeerde ik Oekraïense vertalingen van buitenlandse romans.’ Inmiddels is hij opgehouden te publiceren in het Russisch.
Toen pro-Russische separatisten de oblasten Loehansk en Donetsk in de oostelijke Donbass tot volksrepublieken verklaarden begon daar de oorlog al. Koerkov, die enkele reizen maakte in het gebied, schreef zijn roman Grijze bijen in 2018. Op de frontlijn, de grijze zone tussen Oekraïne en Donetsk, woont in een klein dorp de imker Sergej Sergejitsj. Stroom is er niet meer, voedsel nauwelijks en het is bitterkoud. Met een vroegere jeugdvijand, de enige andere menselijke aanwezige, drinkt Sergej wodka. De twee voeren gesprekken vol zwarte humor, opgetekend in Koerkovs ironiserende stijl. Sergej voelt zich verantwoordelijk voor zijn bijen. Hij is bang dat het oorlogsgeweld hen verjaagt en in de lente verlaat hij met zes bijenkasten het dorp, richting de Krim waar het dan nog veilig is. Onderweg krijgt hij te maken met strijders aan weerskanten van de gevechtslinies: loyalisten, separatisten, Russische bezetters en Krim-Tataren, en met evenzovele paspoortcontroles. Bij een ervan nemen de Russen één van Sergejs bijenkasten in beslag. Als hij de kast terugkrijgt, zijn de bijen grijs geworden.
Het lezen van Grijze Bijen biedt een mogelijkheid om iets te gaan begrijpen van de waanzin die de oorlog in Oekraïne beheerst. De licht absurdistische stijl van de schrijver voorkomt dat het een zwaar boek is.