De dood van haar moeder hakt erin bij Lot, de hoofdpersoon in de nieuwe roman van Ine Boermans. Haar vader heeft weinig aandacht voor haar en de enige manier om met het grote verlies om te gaan is een vlucht in afwisselende liefdesrelaties en nachtelijk vertier.
Die keuze geeft maar weinig voldoening en helpt helemaal niet. Sterker nog, steeds als zo’n relatie uit gaat krijgt ze enorme huilbuien. Eigenlijk herbeleeft ze dan het verdriet om haar moeder. Ze heeft daar zelf een woord voor: remournen.
Boermans noemt Lot in een interview in de VPRO-gids haar alter ego en vertelt dat er in Het liefdes interbellum ‘zeker ook autobiografische elementen [zitten]. Dat is ook het geval in haar debuut Een opsomming van tekortkomingen waarin Lot ook de hoofdpersoon is. Haar jeugd met gescheiden ouders, een weinig geïnteresseerde vader en een jong overleden moeder zijn daar het toneel van intensief beleefd familieleed.
Uit Het liefdes interbellum: ‘Sinds de dood van mijn moeder en daarmee die van mijn gehele familie werd verliefdheid opeens een totaal andere belevenis. Waar vroegere liefdes heerlijk vlammend en zwelgend verdrietig konden zijn, of kabbelend, of amusante experimenten, soms alleen lichamelijk, leek afgelopen jaar mijn complete bestaan af te hangen van romantische verliefdheden.
Ze overspoelden me als een grote golf verlammende verlatings-eenzaamheidsangst. Een golf richting iemand van wie ik vrijwel zeker wist dat het uiteindelijk niks zou worden. Het zou een gegarandeerde mislukking worden. De mislukking kwam na een nacht, een week of een paar maanden, de tijdsduur maakte nauwelijks uit. Ik ging er helemaal voor, voor de liefde en voor de mislukking.’