Vrijwel elke liefhebber van de Amerikaanse literatuur kent Huckleberry Finn, de deugniet van Mark Twain. De machtige Mississippi trotserend probeert deze ietwat naïeve jongeman slaaf Jim naar het slavernijvrije deel van de Verenigde Staten te verschepen. Deze ‘Great American Novel’ biedt een voor zijn tijd kritische reflectie op rassendiscriminatie in de VS. Ongeveer een eeuw later, in 1974, schenkt Fran Ross een nieuwe heldin het levenslicht: Oreo, dochter van een joodse man en een Afro-Amerikaanse vrouw. Volgens uitgeverij Cossee hebben we hier te maken met een geestverwant van Pippi Langkous: wie Oreo lastigvalt, ligt even later kreunend in een hoekje.
Fran Ross werkte kort voor de bekende komiek Richard Pryor, en diens invloed mist zijn effect niet. Oreo barst van de humor en parodieert het verhaal van Theseus. In de Angelsaksische wereld geldt het tegelijk als klassieker, wat racisme en gender betreft. Centraal staat de queeste van Oreo naar haar joodse vader, Sam Schwartz, die na Oreo’s geboorte richting New York gevlucht is. Ze verlaat haar zwarte milieu op het platteland en ervaart het stadse leven ten volle, met slechts haar vechtlust op zak. Deze Oreo is weliswaar geen koek om op te eten, maar wel een boek om van te smullen.