Deze week in de oogst een boek dat een ongewone geschiedenis verbeeldt, van schrijver Behrouz Boochani, de tweede roman van documentairemaakster Coco Schrijber en een nieuwe roman van de Franse schrijver Cristophe Botanski.
Behrouz Boochani behaalde een master in de politieke wetenschappen, als journalist zette hij zich in voor de rechten en de cultuur van de Koerden in Iran. Toen er voor hem gevangenschap dreigde, besloot hij enkele maanden onder te duiken en in 2013 vluchtte hij naar Australië waar hij tegen alle verwachtingen in gevangen werd gezet op het eiland Manus, een uithoek van Papoea-Nieuw-Guinea. Op een naar binnen gesmokkelde mobiel beschrijft hij het leven in het kamp waar honderden mannen in veel te krappe ruimtes verblijven. Hoe beveiligers hun geweld te pas en te onpas gebruiken, de mannen vernederen. De uitzichtloosheid, de wanhoop en de zelfverminking. Alleen de bergen zijn mijn vriend is een Koerdisch gezegde en als boek een aanklacht tegen het onmenselijke vluchtelingenbeleid, geschreven op een mobiel. Nadat zijn boek door Australiërs massaal gelezen werd, ontvangt hij begin dit jaar de Australische Victorian Award, de jury heeft het over: ‘een mooi en precies schrijven dat literaire tradities uit de hele wereld door elkaar weeft’. Ondertussen wacht Boochina nog steeds op zijn papieren om als vrij man door het leven te gaan.
Deze maand kwam het boek uit bij Uitgeverij Jurgen Maas in vertaling van Irwan Droog.