In de oogst van deze week twee verhalen van Yolanda Entius, een leesautobiografie in essays van Daniel Rovers, Zeeuwse verhalen van Carolijn Visser en een historisch boek over 300 jaar Nederlandse walvisvaarders.
Wat je leest ben je zelf, of: wat je leest wordt je zelf. Bakvis is een verzameling essays van Daniël Rovers over boeken die hem vanaf zijn jongste jeugd hebben gevormd en tot schrijver hebben gemaakt. Te beginnen met Pluk van de Petteflet van Annie M.G. Schmidts, de jeugdromans van Thea Beckman, De vijf van Enyd Blyton, Dagboek van Anne Frank en verder opgroeiend met Franz Kafka, Penelope Fitzgerald, Nanne Tepper en David Foster Wallace. Door deze auteurs te lezen leerde hij spreken en schrijven over verlangens en gevoelens.
Bakvis gaat daarnaast over de meest eenvoudige en tegelijk fundamentele vragen in de literatuur. Waarom geldt het als diepzinnig om cynische boeken te schrijven? Zijn tv-series werkelijk de romans van nu? Wat is eigenlijk het verschil tussen een gedicht en een geheim dagboek? De conclusie die je uit Rovers essays zou kunnen afleiden is dat als je iets van je leven wilt maken, je aan het lezen moet slaan.