Verhalen als Romeo & Julia scoren altijd. Al in de Middeleeuwen bezingt Diederic van Assenede in Floris ende Blanchefloer de liefde tussen een moslima en een christen. Zie ook modernere werken als De Verstotene van Naima el Bezaz, waarin een Marokkaanse vrouw vreemdgaat met een Joodse man, of Hajar en Daan van Robert Anker. Maar alleen een Française steekt Shakespeare werkelijk naar de kroon: Marguerite Duras. In 1984 schrijft zij L’amant, De Minnaar. Duras – pseudoniem van Marguerite Donnadieu – wint met dit boek de Prix Goncourt.
De Minnaar gaat over de verhouding tussen een Frans pubermeisje en een Chinese man. In het huidige Ho Chi Minh-stad, dat vroeger Saigon heette, blaast het Frans kolonialisme zijn laatste adem uit. Dit continentale controleverlies loopt parallel aan een destructieve, doch verleidelijke relatie, die bol staat van begeerte, angst, nabijheid en afstand. ‘Naar geen enkel boek keer ik zo vaak terug, als De Minnaar‘, zegt Connie Palmen in haar voorwoord. Geen gekke aanbeveling… in elk geval een stuk verstandiger dan steeds weer terug te keren bij een foute ex-minnaar.