Wiskundige en kleinkunstenaar Jan Beuving is schatplichtig aan Drs. P, George Groot, Jurrian van Dongen, Maarten van Roozendaal en Kees Torn ‘maar er was nooit iets van hem geworden’, schrijft Ivo de Wijs in het voorwoord bij Beuvings bundeling teksten Ruitjesblues, ‘als hij niet zo’n uniek talent had gehad en zulke interessante voorkeuren’. Het is niet veel tekstschrijvers gegeven dat ze al na negen jaar een boekuitgave krijgen waarin (bijna) alle teksten worden opgenomen.
Liedteksten wel te verstaan, geschreven voor de eigen zes cabaretprogramma’s sinds 2014, maar ook voor anderen. Beuving heeft elke liedtekst voorzien van een meestal anekdotische nabeschouwing over de aanleiding voor het lied, de ontvangst ervan door het publiek en zijn eigen kritische noten achteraf. Uiteraard zijn ook de twee Annie M.G. Schmidt-beprijsde en de daarvoor genomineerde in de bundel terug te vinden. De titel Ruitjesblues is een knipoog naar de ruitjesbloes die hij in zijn wiskundig geïnspireerde programma’s droeg, maar ook de titel van één van de liedjes daaruit.