De Britse schrijfster Jeanette Winterson (1959) publiceerde in 1985 Oranges are not the only fruit, een autobiografische roman over een lesbisch meisje dat opgroeit in een streng christelijk milieu. Ze verwierf er internationale bekendheid mee en van het boek werd ook een tv-serie gemaakt. Winterson studeerde Engels en begon aan een schrijverscarrière met verhalen, kinderboeken en essays. Ideeën uit de natuurwetenschap, tijd en ruimte, metafysica, fictie versus werkelijkheid en genderidentiteit zijn de kwesties waarover zij zich buigt. Haar eerste jeugdroman De tijdhoeder (2005) is een science-fictionverhaal en de roman Frankusstein, om er maar een te noemen, handelt onder meer over kunstmatige intelligentie en robotica.
De nachtzijde van de rivier bestaat uit huiveringwekkende korte verhalen over verleiding, angst en wraak, liefde en verdriet. Van de geesten en de doden wel te verstaan en tegen de achtergrond van onze digitale wereld. We staan voortdurend met elkaar in contact. We weten alles over anderen en over de ontwikkelingen in de wereld. Wat we niet kennen is de wereld van de geesten, de verhalen van de doden. Winterson op haar website: ‘Ik geloofde nooit in geesten, totdat ik met ze samen begon te leven.’ Wintersons geesten hebben nieuwe manieren gevonden om ons te bereiken, verstoren met technologie de grens tussen leven en dood en regelen ontmoetingen met het bovennatuurlijke.