In de boeken van de Roemeense, maar in Hongarije opgegroeide schrijver György Dragomán, nemen geweld, dreiging en machtswellust een prominente plek in. Zijn hoofdpersoon uit De witte koning uit 2008 is een elfjarige jongen wiens vader is opgehaald door de veiligheidsdienst, in zijn nieuwe roman Vuurstapel draait het om de dertienjarige Emma. Achtergrond is de nasleep van een bloedige revolutie die eindigt in de publieke terechtstelling van de voormalige dictator van het land.
Emma’s ouders zijn dood, ze wordt door haar grootmoeder opgehaald uit het weeshuis en komt terecht in een dorp dat niets van haar en haar grootmoeder wil weten, en in een samenleving die met het verleden in het reine probeert te komen.