De Amerikaanse journalist en non-fictieschrijver Alex Halberstadt werd in 1970 geboren in de toenmalige Sovjet Unie. Acht jaar later vertrok hij er met zijn moeder en grootouders op een uitreisvisum voor Israël, om via Europa naar de Verenigde Staten te reizen waar de familie zich wilde vestigen. Alex’ vader bleef achter. Deze gebroken relatie loopt als een rode draad door het boek.
In een van hun summiere telefonische contacten hoort Halberstadt over zijn grootvader, van wie hij dacht dat deze dood was. Het is aanleiding voor hem om op reis te gaan, naar zijn grootvader in Oekraïne, die lijfwacht van Stalin blijkt te zijn geweest; naar de geboortegrond van zijn Joodse moeder in Litouwen waar hij de sporen van de Holocaust en het verborgen antisemitisme optekent; naar zijn geboorteplaats Moskou, waar zijn ouders hadden geleden onder de Sovjet-terreur. Zijn eigen verleden waarin hij zich als migrantenjongen nauwelijks kon handhaven komt dichterbij. ‘De jonge helden van de Sovjet-Unie’ – de titel verwijst naar het boekje dat Halberstadt als kind moest lezen – is geschiedschrijving en biografie ineen en laat zien hoe trauma’s van angst, wreedheid, woede en pijn in drie generaties doorwerken.