Oogst week 38
Het beste van Atlas, samenstelling Emile Brugman is wat het is, een keuze uit het tijdschrift Atlas dat long reads publiceerde in 1991, langere artikelen over een onderwerp, buitengemeen goed geschreven. Frank Westerman en Christine Otten debuteerden erin, twee schrijvers die bepaald goede non-fictieboeken hebben gemaakt. Ook Geert Mak schreef voor Atlas en Hoe God verdween uit Jorwerd ontsproot aan dit tijdschrift.
In wezen is het boek natuurlijk ook een hommage aan een van de grootste uitgevers van Nederland, Emile Brugman, die bij Atlas een schitterende hoeveelheid non-fictietitels deed verschijnen, boeken die misschien niet per se heel goed verkochten, maar boeken die je wilt houden. Een uitgever met grote uitstraling en status. Het omslagontwerp is van Piet Schreuders en kan ik niet erg goed geslaagd vinden, het boek lijkt verder haast een POD, printing on demand, goedkope kleine printoplagen. Zou uitgeverij Atlas-Contact zo voorzichtig met de oplage van dit boek zijn? Echt nodig is dat niet: de inhoud is goed genoeg, zeer smakelijk zelfs. Jammer dat er geen registertje inzit. Kent u ‘Hoort gij den donder niet? van H.M. van den Brink al? Lezen!
Over status gesproken: Kees van Kooten is zo’n schrijver/kunstenaar van wie je eigenlijk blij verheugd mag zijn dat hij in dit tijdsgewricht leeft. Met andere woorden: dat hij er nog steeds is! Leve het welwezen is een schitterende verzameling van de beste internationale cartoons, opgeluisterd met een doorlopend verhaal van Van Kooten die tijdens het maken van dit boek in het ziekenhuis belandt. Boeken die afwijken van het gebaande pad zijn interessant. Interessanter zijn nog de cartoons, neem die van James Thurber, groot humorist, maar bijna vergeten. Niet door Kees van Kooten. Omslag ook van Piet Schreuders, en deze is veel mooier! Fijn zijn ook de biografietjes van de geciteerde cartoonisten, achterin. Uitgeverij De Harmonie.
‘Het ergste wat een vertaler kan overkomen, is een roman van een dichter vertalen’, hoorde ik gisteren nog een hele goede vertaalster zeggen. Jan Lauwereyns is een dichter, en schreef een, nou ja, Nouvelle, misschien. Een degustatie van het hart in zeven gangen. Geen lichte kost. De achterflap overtuigt een eenvoudig mens niet van zijn capaciteit hier veel van te gaan begrijpen. Binnenin, veel witregels, maar vrije regelval. De amuse gueule, het voor-voorgerechtje bij een aangenaam diner, hier het eerste van de zeven hoofdstukjes, maakt meteen duidelijk wat wel zo plezierig is aan een dichter die proza schrijft: er gaat meteen een grote suggestie en sfeer van dit werk uit.
Later meer over dit boekje, fraai omslag van Uitgeverij Koppernik.