Onvoorspelbaar, anders en toch onmiskenbaar Oek de Jong. Dat zijn de eerste geluiden die je hoort over Zwarte schuur, de nieuwe roman van Oek de Jong.
Zwarte schuur begint met de opening van een tentoonstelling van het nieuwe werk van de succesvolle kunstenaar Maris Coppoolse:
… ‘Maris sprak kort, zoals hij altijd deed bij openingen. Hij maakte indruk door zijn zware stem met het Zeeuws accent, door zijn forse gestalte en opvallende kop met lange, rechte neus, zwarte haren, met grijs doorschoten, en helblauwe ogen. Hij leefde al bijna veertig jaar in grote steden, maar je kon nog altijd aan hem zien dat hij van het platteland kwam en dat zijn mannelijke voor- ouders boeren en landarbeiders waren geweest, net zo uit de kluiten gewassen als hij en met net zulke grote handen. Op deze avond in september hing er bovendien de aura van een grote ten- toonstelling om hem heen – vijftien zalen met schilderijen, het werk van een half leven – en van een al weken durende voorpubliciteit.’
Maar dan wordt pijnlijk duidelijk wat hem al die jaren heeft geïnspireerd, een catastrofe uit zijn jeugd, waar hij al die jaren mee heeft moeten omgaan.
Zwarte schuur gaat over dit leven van de kunstenaar, zijn huwelijk en zijn jeugd. Binnenkort hier een recensie.