De vierhonderdste sterfdag van Gerbrandt Adriaensz. Bredero is niet onopgemerkt voorbijgegaan. Op 23 augustus werd zijn laatste rustplaats – tussen Kalverstraat en Rokin – met een plaquette gemarkeerd; Brechtje van Dijk (muziek), Lisanne van Aert (libretto) en Warre Simons (regie) maakten Niet de klucht van koe, ‘een absurde prog-rock opera’ op basis van teksten van Bredero en van René van Stipriaan verscheen De hartenjager: leven, werk en roem van Gerbrandt Adriaensz. Bredero. Het is maar een kleine greep uit dat waarmee de Amsterdamse schilder/dichter herdacht wordt.
Over het leven van Bredero is weinig bekend. Een traditionele biografie is De hartenjager van Van Stipriaan niet. Niet alleen. Want het eerste deel bevat wel degelijk een reconstructie van het leven van Bredero. Dat Van Stipriaan bij gebrek aan feitelijke informatie niet anders kon dan dat leven zien in het licht van werk en thematiek en tegen de achtergrond van een welvarende stad waar ook het culturele leven bloeit, betekent niet dat hij aan het hineininterpretieren slaat. Hoewel met het nodige voorbehoud – veel is niet absoluut zeker, maar dan kiest Van Stipriaan voor het meest waarschijnlijke – ontstaat daardoor een levendig portret van een naar kennis hongerende Bredero, die als geen ander de veranderlijkheid van mens en maatschappij vastlegde.
In het tweede deel van De hartenjager vat René van Stipriaan de ontvangst en interpretatie van het werk van Bredero in de loop der eeuwen samen om daar daarna in het derde deel zijn eigen conclusies aan toe te voegen. Hij beschouwt hij de komische, de amoureuze en de religieuze Bredero en betrekt ook leven en werk van diens tijdgenoten bij zijn analyse.
Dat de belangstelling voor het werk van Bredero al vrij snel na zijn dood wegebde had volgens Van Stipriaan niets te maken met de kwaliteit. Bredero’s beste werk doorstaat volgens hem de vergelijking met dat van Shakespeare. Bredero kreeg echter te maken met wat hij zelf tot motto en leidraad van zijn leven en werk maakte: ’het kan verkeeren’. De samenleving veranderde en opvattingen over taal en literatuur veranderden mee.
Als er een ding duidelijk wordt uit De hartenjager dan is het de voortreffelijkheid van de uiterst productieve dichter/toneelschrijver Gerbrandt Adriaensz. Bredero, vertegenwoordiger van het neostoïsche gedachtegoed, die zijn klassieken kende en onderdeel uitmaakte van een netwerk van vakbroeders. Hij raakte de kern van het (klein)burgerlijke. Zijn stukken lenen zich zeker thematisch voor heropvoering. Bredero schrok er niet voor terug om heikele thema’s aan te kaarten die nu opnieuw actueel zijn.