Toon Tellegen (1941) schreef een bijna ontelbaar aantal boeken, vooral kinderboeken. Het eerste was Er ging geen dag voorbij – Negenenveertig verhalen over de eekhoorn en de andere dieren (1984). Daarna volgden er nog talloze andere verhalen; grappig, ontroerend, met een filosofische inslag en soms een beetje moraal. Ook volwassenen lezen ze graag.
Daarnaast publiceerde Tellegen meer dan twintig poëziebundels, en proza voor volwassenen. Bovendien schrijft hij teksten voor film en toneel. Hij ontving vele prijzen, waaronder Gouden en Zilveren Griffels, en voor zijn gehele oeuvre de Constantijn Huygens-prijs, de Theo Thijssen-prijs en de Hendrik de Vries-prijs.
Dieren spelen vrijwel altijd de hoofdrol in zijn kinderenboeken. Allerlei dieren komen voorbij, vooral Tellegens mier en eekhoorn zijn beroemd. Ook de krekel, olifant, bij, egel, kikker, walvis en nog veel meer dieren fungeren als personages in de korte verhaaltjes waarin een probleem of vraag wordt opgeworpen. Het zijn metaforen voor menselijk gedrag en emoties. Olifant bijvoorbeeld wil graag vliegen en egel wil iemand anders zijn. Bij Tellegen komen ze na een klein avontuur en een ervaring rijker weer met de voetjes op de grond.
De verzamelde verhalen in Voor elkaar gaan over dieren die elkaar troosten en helpen als er iets verkeerd is gegaan of als iemand verdrietig is. Zo heeft de sprinkhaan in zijn winkel nóg een dag voor de eendagsvlieg en kunnen schildpad en slak niet zonder elkaar bij het wedden wie van hen het langzaamst is.