De Amerikaanse schrijfster Lionel Shriver is ook in Nederland al lang geen onbekende meer. Vooral haar We moeten het even over Kevin hebben werd een bestseller. Daarin liet ze een moeder reflecteren op levensvragen naar aanleiding van door haar 16-jarige zoon gepleegde moorden. Zojuist is van Shriver Tot de dood ons scheidt verschenen. Het echtpaar Cyril en Kay, dat de martelgang heeft meegemaakt van een (schoon)vader die aan Alzheimer is overleden, neemt zich voor om zelf op tijd, als Kay tachtig wordt, uit het leven te stappen. Cyril, die arts is begint erover: ‘Ik heb genoeg geriatrische patiënten zien komen en gaan om vrij overtuigend te kunnen stellen dat heel weinig mensen de “kwaliteit van leven” die we tegenwoordig zo vanzelfsprekende vinden na hun tachtigste nog behouden (…) Het is een mooi rond getal. Dus ik stel me zo voor dat tachtig de grens is’. Hoe dichter die leeftijd nadert, hoe meer vraagtekens het echtpaar bij die keuze stelt. Wat voor mogelijkheden gaat de geneeskunde bieden? Wanneer is leven voltooid? Wat is ‘kwaliteit van leven’?
Oogst week 28 – 2021
Het dubbelleven van Melenti Maschoelia is de derde roman van de Georgische schrijver Dato Turashvili die in het Nederlands werd vertaald. Deze nieuwste heeft als plaats van handeling Amsterdam. Zijn grootvader Melenti is daar kort na de Tweede Wereldoorlog vanuit een Russisch strafkamp naar toegevlucht, maar wat hij daar precies heeft uitgevoerd is nooit bekend geworden. Turashvili probeert het te achterhalen. Eén van de thema’s die in de roman aan bod komen is de beruchte opstand van de Georgiërs op Texel (ook wel ‘de Russenoorlog’ genoemd) in 1945. Was zijn grootvader daarbij betrokken? Had hij daar zijn verbanning naar het strafkamp van Stalin te danken?
Het laatste kind in de roman Het laatste kind van Philippe Besson is jongste zoon Théo. De roman doet verslag van de gevoelens die moeder Anne-Marie bestormen als ze hem mee helpt verhuizen. Ze beseft dat haar leven er vanaf nu anders uit zal zien. Als Théo voor de laatste keer voor het ontbijt naar beneden komt lezen we: ‘Ze kijkt naar hem terwijl hij op zijn plekje gaat zitten: zijn haar is ongekamd en zijn gezicht is nog slaperig, hij draagt alleen een onderbroek en een vormeloos T-shirt en loopt op blote voeten over de tegelvloer. Niet op z’n voordeligst, en toch met een schoonheid die haar blijft verbluffen en met trots vervullen. En meteen denkt ze, terwijl ze zichzelf had bezworen dat niet te doen, terwijl ze tegen zichzelf had herhaald: nee vooral niet aan denken, ja, nu denkt ze, op gevaar af dat het pijn doet, op gevaar af dat ze een hik, een snik niet kan onderdrukken: het is de laatste keer dat hij zo verschijnt, het is de laatste ochtend’.