‘De literatuur van een land wordt gemaakt door schrijvers, de wereldliteratuur door vertalers. Zonder vertalers zijn wij schrijvers nergens, zitten we vast in onze eigen taal.’
Deze woorden van de Portugese schrijver José Saramago, uit het Portugees vertaald door Harrie Lemmens, zijn waar, maar gaan nog verder dan dat. Vul voor ‘schrijvers’ maar eens ‘lezers’ in!
Dat geldt helemaal als het ‘verre’ talen betreft. Jacques Westerhoven is vertaler van zo’n ‘verre’ taal, hij heeft veel Japanse literatuur voor de Nederlandse lezer toegankelijk gemaakt, bijvoorbeeld van de schrijvers Haruki Murakami, Mishima, Oë, Tanizaki en Junpei Gomikawa. Hij kreeg er in 2020 de Martinus Nijhoff Vertaalprijs, de belangrijkste Nederlandse onderscheiding voor vertalers voor. (Lees hier het juryrapport en het wordt duidelijk wat een prestatie het is om goed uit het Japans te vertalen.)
Jacques Westerhoven is ook de vertaler van De blauwe schuit van Shūgorō Yamamoto dat onlangs bij Van Oorschot verscheen.
In De blauwe schuit huurt een onbekende jonge schrijver in 1928 een huisje in een vissersstadje dat qua afstand niet ver van Tokyo ligt, maar waar hij zich bijna op een andere planeet waant. Daar koopt hij een wrakkig bootje waarmee hij de omgeving verkent, en tegelijkertijd leert hij de bevolking van het stadje kennen. Zo komt hij meer aan de weet over ‘emmergekken’, filosofische vissers, ondernemende schooljongens, eenden, krabben en strandkastanjes.
In Japan is Shūgorō Yamamoto (1903–1967) misschien wel de bekendste schrijver van historische fictie, maar in het buitenland is zijn naam nagenoeg onbekend. Toch zijn meer dan dertig van zijn werken verfilmd. Tijd om kennis te maken dus!