Deze week uit elk boek een klein citaat. Te beginnen bij Het beroep van mijn vader, de nieuwe roman van de Franse journalist en schrijver Sorj Chalandon (Tunis, 1952).
Hij begint als volgt:
‘Zaterdag 23 april 2011
We waren maar met z’n tweeën, mijn moeder en ik. Toen het karretje met daarop de doodskist van mijn vader werd binnengereden, moest ik aan een serveerwagentje in een restaurant denken. De lijkdragers waren met zijn drieën. Vale gezichten, zwarte jassen, slecht geknoopte dassen, te korte broeken, witte sokken en slappe schoenen. Ze hadden niets plechtigs of ernstigs, wisten met hun blik en hun handen geen raad. Ik verjoeg een glimlach. Mijn vader zou worden afgevoerd door uitsmijters van een nachtclub.’
Chalandon had geen gemakkelijke vader. In Het beroep van mijn vader, zijn meest autobiografische roman, stelt hij de vraag hoe je je als kind het beste kunt wapenen tegen de uitbarstingen van een paranoïde vader.
Hij schreef het na de dood van zijn vader.