In een interview in Trouw van april 2022 vertelt (stads)bioloog Remco Daalder dat hij zich nooit verveelt als hij ergens moet wachten omdat er altijd vogels zijn. In zijn columns voor het NRC Handelsblad die hij tot december van datzelfde jaar schreef, beperkte hij zich niet tot alleen die vogels. Ook de slak, het pissebed, de salamander, de mol en nog veel meer dieren die je in de stadse omgeving tegen kunt komen kwamen aan de orde.
Het zijn charmante, geestige en leerzame columns, afschrikwekkend ook soms. Wist u dat een vrouwtjesmuis zes keer per jaar een nest jongen kan krijgen, met zo’n zes jongen per nest, die zelf na twee maanden al geslachtsrijp zijn?, of dat het vrouwelijke rivierkreeftje, – een invasieve exoot, die we liever kwijt dan rijk zijn – , wel 600 eitjes in één keer produceert?
Deze columns zijn nu gebundeld in Stadse beestjes dat onlangs is verschenen bij Atlas Contact.
Stadse beestjes begint met de kokmeeuw, ’s ochtends vroeg op de pont over het IJ. Hij ziet ze wolken. ‘Ze draaien cirkels boven het IJ, steeds hoger en hoger, ze vormen samen een lange spiraal. Tot ze ineens naar beneden zeilen, zich in groepen verdelen en naar hun werkgebieden verdwijnen, een groep naar Oost, een groep naar de binnenstad, een groep richting IJmuiden, enzovoort.’
Remco Daalder is stadsbioloog en schrijver. Hij schreef verschillende boeken. Met De gierzwaluw won hij de Jan Wolkers Prijs voor het beste natuurboek.