De Britse reisjournalist Sophy Roberts begeeft zich bij voorkeur naar extreme bestemmingen, naar daar waar anderen niet zo snel zullen gaan. Toen ze van een Mongoolse concertpianist dan ook hoorde over een unieke, verloren gewaande piano in Siberië, was dat voor Roberts reden ernaar op zoek te gaan. De zoektocht duurde drie jaar, de uitkomst was De verdwenen piano’s van Siberië dat op 13 april verschijnt.
Siberië roept vooraleerst de gedachte op aan ijzige kou, onherbergzaamheid, verlatenheid, ballingschap en strafkampen. In dit immense gebied vindt Roberts talloze oude piano’s, van prachtige oude vleugels uit de hoogtijdagen van de negentiende eeuw tot vormelijke piano’s uit de tijd van de Sovjetunie. Met de piano’s als leidraad vertelt Roberts hoe pianomuziek omarmd werd door het volk dat zoveel ontberingen moest doorstaan, waarmee ze ook de geschiedenis belicht. Catharina de Grote was de aanjager waardoor pianomuziek werd opgenomen in de Russische cultuurgeschiedenis. ‘Dit boek is een persoonlijk en literair avontuur,’ schrijft Roberts. ‘Als mijn definities eenzijdig zijn, komt dat doordat ik geen historicus ben. Als ze Eurocentrisch zijn, komt dat doordat ik Engels ben; al mijn reizen naar Siberië gaan van west naar oost – fysiek, cultureel, muzikaal.’
Paul Theroux noemt De verdwenen piano’s van Siberië ‘een elegante reis door literatuur, geschiedenis en muziek maar ook langs revolutie, moord en verbanning.’ De Sunday Times vindt het boek ‘Een bijzondere kennismaking met een fascinerend deel van de wereld waar we opvallend weinig van weten.’