De Poolse schrijver en vertaler Jakub Malecki (1982) wordt in Polen zeer gewaardeerd. Zijn boeken staan onveranderd hoog op de verkooplijstjes. Hij schreef negen romans, Roest is nu in het Nederlands vertaald. Het Poolse platteland is bij Malecki een thema en de heftige Poolse geschiedenis is daar nooit ver weg. In Roest woont hoofdpersoon Szymek bij zijn oma Toska, omdat zijn ouders toen hij zeven jaar was zijn omgekomen bij een auto-ongeluk. Deze excentrieke oma mist twee vingers en is getekend door de Tweede Wereldoorlog. In het begin van het boek, op ‘de dag waarop alles een einde nam’, heeft de zevenjarige Szymek daar nog geen weet van. Hij groeit op, wordt volwassen, krijgt vrouw en kind en parallel daaraan vertelt Malecki over Toska’s oorlogstrauma’s, waaronder het verhaal van haar echtgenoot die niet kon doorleven met de herinnering aan de moord op de Joden in Chelmno waar hij getuige van was. Jakub Malecki won onder andere de Gold Award Jerzy Żuławski in 2016 voor Dygot en was genomineerd voor verschillende andere literaire prijzen waaronder de Nike-literatuurprijs en de Angelusprijs.
Oogst week 13
‘Reizen naar de uiteinden van de wereld’ is de ondertitel van Dan Richards’ explorerende boek over de uithoeken van de aardbol. In aantrekkelijk en nu en dan humoristisch taalgebruik beschrijft Dan Richards hoe hij op zoek gaat naar buitenposten, plaatsen waar kunstenaars, musici en schrijvers hun voetsporen achterlieten en waar de afzondering heerst, de stilte klinkt en de spiritualiteit voelbaar is. Hij bewandelt het ruwe Cairngorngebergte in Schotland, trekt vandaar naar Ijsland waar hij in een onherbergzaam landschap een hut voor wandelaars helpt herstellen. In de staat Washington beklimt hij Desolation Peak om de eenzame hut te vinden waar Jack Kerouac gek werd van de leegte. In Spitsbergen vormen ijskoude spooksteden zijn doel en in Japan beklimt Richards de berg Mitoku om de 1.300 jaar oude Nageire-dō-tempel te bereiken. Maar ook bezoekt hij de schrijfcabine van Roald Dahl, die nog steeds naar koffie en tabaksrook ruikt.
‘Ik wil dat mijn boeken reisverslagen zijn in elke zin van dat woord,’ zegt hij in een interview met The Cardiff Review. Hij vindt het interessant dat sommige plekken op de wereld onbereikbaar zijn. ‘Je kunt niet zomaar overal heen gaan op aarde’. In Buitenpost is het hem aardig gelukt en het boek lezen roept de lust op zelf ook de wildernis op te zoeken.
Saskia de Jong (1973) debuteerde in 2004 met zoekt vaas en werd daarmee meteen genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs. Ze wordt gezien als een rasechte, hyperbewuste dichteres, al publiceerde zij slechts drie bundels. Nu is daar de vierde: het jaagpad op en af. Misschien is het juist de essentie van een volbloed dichter: gedichten gaandeweg laten ontstaan, laten rijpen, woorden die voor des dichters geest overbodig zijn verwijderen, ritme zoekend. Net als de vorige gedichten van De Jong zijn ook deze nieuwe nogal ontoegankelijk. De cryptische taal laat zich lastig duiden.
‘we missen het metrum`
we zijn helder en hallucineren
we zitten als mensen die op willen staan’
De uitgever noemt het boek van 88 pagina’s met 26 gedichten een ‘bastaardbundel, een hybride […] pathovocalisatie […] bemanning van het laatste woord […] waar spatie en manie samenkomen’. Dat klinkt als een regelrechte uitdaging. De lezer moet actief lezen, invullen, proberen te begrijpen en vooral het poëtische waarderen. De echte poëzieliefhebber zal de uitdaging graag aangaan en ervan genieten.