Pingping is de achtste roman van Mariët Meester – schrijver van fictie en non-fictie. Het is een bijzondere uitgave omdat het een eenmalige druk betreft van duizend genummerde en gesigneerde exemplaren. Een experiment van de schrijver, die de oplage laag wil houden om zo een bijdrage te leveren aan een andere manier van omgaan met spullen. Er zal dan ook geen herdruk verschijnen. Meester heeft veel gereisd, en daarover veel geschreven.
Haar eerste roman, Sevillana verscheen in 1990. Twee van haar non-fictieboeken gaan over haar ervaringen met de Roemeense Roma, waar ze een periode mee samenleefde. Haar boeken kunnen gerust onderzoeksliteratuur genoemd worden, ook in haar romans speelt het onderzoekende een rol. Niet zelden is de hoofdpersoon iemand die terugstapt uit het normale leven en op onderzoek gaat naar nieuwe manieren van leven. Zo ook in Pingping, waarin de jonge vrouw Lily nogal abrupt van de stad naar de polder verhuist. Ze wil niets meer met geld verdienen te maken hebben, Dat valt nog niet mee in een wereld waarin iedereen juist het tegenovergestelde wil. Meesters zet fijne personages neer en beschrijft hen met enige introspectie en een gezonde dosis zelfspot. ‘”Ach aansteller,” zei ze hardop tegen zichzelf, haar stem klonk dun. “Wijvengezeik.” Ze overdreef , dat deed ze ’s nachts altijd.’
Oogst week 12
Maeve Brennan (1917-1993) was journalist en schrijver van korte verhalen en behoorde vanaf 1949 tot de staf van The New Yorker. Tussen 1953 en 1968 schreef ze columns die ze baseerde op haar wandelingen door New York voor diezelfde krant. Restaurant bezoek, mensen die haar opvielen, haar eigen handelen en gedachten daarover zijn het onderwerp van haar columns. Ze schreef ze onder het pseudoniem ‘The Long-Winded Lady’. Ze beschrijft haar belevenissen en observaties in het New York van de jaren zestig en zeventig op ongekende wijze. Brennan geeft elke ontmoeting, observatie van mens, dier of gebouw tot in detail weer. Zo schrijft ze in een van haar columns uitvoerig over hoe een jongen naar zijn vader rent, een puber die haar als reusachtig overkomt, ‘hij rende heel onhandig, alsof hij zeven armen en zeven benen had die hij allemaal onder controle moest houden’. Ook lezen we over de afbraak van de laagbouw in New York, iets wat ze zeer betreurde. Achterin het boek is een brief uit 1969 opgenomen die ze aan haar collega, schrijver en redacteur William Maxwell schreef. En begint met, ‘Ik dacht dat ik je een brief zou schrijven als ik de drie woorden ‘koud en zonnig’ in een eerste zin zou krijgen. En zoals je ziet: het is me gelukt.’
Haar hele leven is ze op een paar korte relaties na, altijd alleen geweest. In 1993 stierf ze vrij ongelukkig in een verzorgingstehuis.
Toneelschrijver Regina Porter debuteerde in 2019 met De reizigers, een portret van twee families en een confronterende analyse van het moderne Amerikaanse leven. De roman wordt geïntroduceerd als een toneelstuk, eerst worden de personages voorgesteld onder ‘Dramatis persona’. Er wordt een ‘Tijd van handeling’, vanaf de burgerrechtenbeweging in de jaren vijftig tot het eerste jaar van het presidentschap van Obama, gegeven, de belangrijkste plaatsen van handeling en enige achtergrond informatie. Het voelt als goed voorbereid een verhaal in gaan. Het gaat over de zwarte Agnes Miller die zich in 1966 met haar vriendje op een verlaten weg in Georgia bevindt en door de politie wordt aangehouden. En James Vincent, geboren in een wit arbeidersmilieu, ontsnapt aan zijn milieu door advocaat te worden. Beide levens kruisen elkaar, de keuzes die ze maken worden van generatie op generatie overgedragen. Een geschiedenis van het moderne Amerika. Hier in daar zijn er in de roman klein formaat afbeeldingen opgenomen die het verhaal goed begeleiden.