Saskia de Coster schreef een roman over het ouderschap, een status waar veel over geschreven is maar nog niet zo openhartig als De Coster in haar roman dat doet. Hoewel het een roman is maakt ze zelf de aantekening dat dit haar verhaal is, ‘maar het is, denk ik, ook het verhaal van iedere ouder die wel eens gewankeld heeft.’
Het ouderpaar Saskia en Juli gaan met hun baby zoontje naar een Canadees hippie-eiland waar Karl, de biologische vader van het jongetje vandaan komt. Het is een wifiloze wereld waar de natuur de overheerst en waar een geheim over Karl rondwaart. Voor Saskia, die niet de draagmoeder was van het kind, komt alles onder spanning te staan: haar relatie met Juli en haar schrijverschap. Is ze wel een echte moeder, als niet-biologische ouder?
Fragment uit Nachtouders: ‘Waar je als jonge moeder het verst mee komt, volgens Juli’s moeder, zijn praktische raadgevingen. ‘Koop maar een goede wasmachine,’ heeft ze ons al tijdens de zwangerschap op het hart gedrukt. Ze vertelde over moeders die heel hun leven achter hun kinderen aan lopen om met een vaatdoek vlekken te verwijderen, scherven voorzichtig bijeen te vegen en hun kroost op te vangen met troost en warme chocomelk, en toch zouden ze geraakt worden en bloeden, hoe dan ook.’