Ongebonden

Wellicht een onbenulligheid, maar als iets me ontgaat waarvan ik geloofde de eerste te zijn die erover ingelicht zou worden, dan zie ik dat als een persoonlijk tekort. Zoiets als met een dierbare vriendin die jou niet laat weten dat ze op vakantie gaat omdat je  te lang geen aandacht aan haar hebt besteed. Dat je dan van een ander verneemt dat ze voor een maand naar Arizona is afgereisd. Dan voel ik me als een verlaten kind zonder afscheidsbriefje op de keukentafel.

Deze week bleek er opeens een biografie van Josepha Mendels te bestaan, door Sylvia Heimans. Hoe had ik Josepha Mendels kunnen vergeten? Afwezigheid blijkt een eigenschap die erfelijk is. Ook mijn vader had er last van, of beter, wij als gezin hadden er last van. Mijn vader zat in de schaarse vrije tijd die hij had, of op de wc, of in zijn rookstoel te lezen in (bijna altijd) een uitgave van de Wereldbibliotheek of van Van Oorschot. Als dan mijn moeder, terwijl ze van haar kopje koffie genoot, bijvoorbeeld vroeg, ‘Heb je nu je manchetten gevonden?’ Reageerde hij verdwaasd opkijkend met een, ‘Huh,… wat is er meisje?’, en las weer verder. Wanneer er plotseling tumult in huis ontstond omdat het ene kind iets van het andere kind had gepakt en die eerste dat schreeuwend en stampvoetend terugeiste, sprong hij ‘Hoewatwiewaar!’roepend overeind. Waarop mijn moeder de boel suste door ons allemaal naar boven te sturen.

In de jaren tachtig bracht Meulenhoff het LiterairMoment: ‘kwartaalkeuze voor de literatuurliefhebber’, uit. De uitgave betrof een roman van een schrijver die net als het Schwob ‘boek’ van nu waar een leesclub aan verbonden is, een herontdekking betrof van belangrijke auteurs mét informatieboekje over leven en werk van schrijvers als Philip Roth, Bernard Malamud, Ethel Portnoy, August Strindberg. Mooie uitgaven. Als wind en rook, (1950) werd achtendertig jaar later ook als LiterairMoment uitgegeven.

Over de half-joodse vrouw Elisa, die in de jaren twintig een huwelijk aangepraat krijgt door haar vader met een veel oudere, orthodoxe jood. Zij wil haar man volgen in alle Joodse rituele gebruiken maar gaat zo gebukt onder zijn tirannie en bigotte geloof dat zij hem verlaat. Voor een vrouwelijke auteur in die tijd was dit een ongekende manier van schrijven over samenleven en (vrouwelijke) vrijheid. Ik herinner me nog de opluchting bij de passages, die zo invoelbaar geschreven waren als betrof het mijn eigen bevrijding, waar Elisa haar ‘confectie’ leven achter zich laat en erop uittrekt, een eigen leven tegemoet.

Nu ik erover nadenk heeft deze roman een deel van mijn leven bepaald. Was het niet kort nadat ik Als wind en rook had gelezen dat Mijn Lief en ik uit elkaar gingen. Nou ja, voltrekking van een besluit berust nooit op één aanwijzing. Het leven is een samenspel van aanwijzingen en weten wat je te doen staat.
Aan het einde van de roman laat Mendels de man, die de liefde van haar leven is, zeggen: ‘(…) en ik weet nu dat er maar één weg bestaat om gelukkig te zijn: die van de vrijheid.’ Nu eerst maar eens die biografie aanschaffen.

 

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!

Meer van Inge Meijer: