Nog van alles mogelijk

In de boekenkast zou Josien Laurier tussen de schrijvers Michael Laub en Violette Leduc moeten staan. Ik wist het zeker, haar boek Een hemels meisje en een verhalenbundel zouden daartussen staan. Boekenkasten veranderen van inhoud, zij was er niet meer. Laurier is een van die schrijvers waar ik wel eens aan denk, me afvraag waar ze gebleven is. Net als Annelies Passchier, waarvan ik nu weet dat zij in 2009 is overleden.

Vorige week schreef Jan van Mersbergen op zijn blog over de genomineerden voor de DIF/BNG Aanmoedigingsprijs 2005, waartoe hijzelf ook behoorde. Hij had een foto gevonden waarop ze alle zeven poseerden. Zes van die schrijvers zijn nog in het literaire veld actief. De zevende, Josien Laurier was verdwenen. Van Mersbergen vroeg zich af waar ze gebleven was. Na zijn post op Facebook vroegen velen zich dat af: ‘Oja, Josien Laurier’. ‘Schrijft ze nog?’ Er werden foto’s gedeeld met haar boeken die uit kasten waren getrokken als bewijs. In mijn boekenkast dus niets. Een dag later dacht ik aan mijn oudste dochter, ik appte haar, of Josien Laurier bij haar stond. Ja, daar stond ze. Opeens wilde ik alles van haar terugzoeken.

Ik vond een (verouderde) website, teksten op DBNL, verhalen die in literair tijdschrift Parmentier (ook verdwenen) stonden. Ik vond een e-mailadres, kopieerde het, plakte het in een op te stellen mail. Schreef dat haar boek Een hemels meisje in mijn geheugen als belangrijke literatuur lag opgeslagen. Ik vroeg hoe het haar ging. In de tussentijd tweette Marja Pruis dat ze haar laatst in Amsterdam op straat had gezien, dat er in die zin dus niks aan de hand was. Ze bedoelde: ze leeft. Er zou dus nog van alles mogelijk kunnen zijn. Een schrijver blijft een schrijver blijft een schrijver. Er dook een laatste interview met haar op, uit 2010. Daarin zegt ze te stoppen met schrijven, dat ze nu leest, Aristoteles, Thomas van Aquino, Hume en Kant. Dat ze dat veel eerder had moeten doen. Dat er in de vorm van verhalen en romans voor haar geen uitdaging meer zit. En dan moet er ook steeds maar weer die psychologie bij, die mij eigenlijk helemaal niet interesseert.’ Mooi interview, intrigerende persoonlijkheid. Ik zou een ideeënroman van haar hand willen lezen. 

Op DBNL staat de tekst, ‘Veel gestelde vragen’ van Josien Laurier. Dat begint zo: Hoe gaat het met u? Zijn er omstandigheden waaronder methaanrivieren op Titan tot de mogelijkheden behoren? Waarom geen mooie blouse in champagne- of goudkleur? Is net-art dood? Was de aarde, in de eerste vijfhonderd miljoen jaar dat hij bestond, een hel? Is dat een integratieprobleem, een communicatieprobleem, of helemaal geen probleem? Zijn dit nu de reacties van een geschokte samenleving? Wie heeft in Europa de macht over de euro? Wat verstaat men onder de halveringsdikte van een stof? We hebben toch een probleem met de migratie? Hoor ik een gelukkige vrouw aan de andere kant van de lijn?’ Zeven pagina’s gaat dat zo door, waar je doorheen leest als een gek die constant pingpongballetjes van zich af moet slaan, onderwijl de geest vullend met verhalen, aangespoord, door die vragen.
Een paar dagen terug ontving ik een antwoord van de schrijfster. Dat het haar uitstekend gaat. Dat ze jaren geleden met schrijven gestopt is, dat het ‘denkelijk’ daarbij blijft. ‘Maar een mens weet nooit…’ schreef ze nog. Dus is er nog van alles mogelijk.

 

 


Inge Meijer is een pseudoniem, wordt geregeld verliefd op een tekst, is een gevoelig lezer.

 

 

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!

Meer van Inge Meijer: