Sinds vrijdag hebben de dagen een andere betekenis gekregen, is er een vertraging opgetreden. Ik ben beïnvloedbaar, gevoelig voor drama, die invloed moet ik bestrijden. Aan de keukentafel overdenk ik mijn stappen, er wil zich geen scenario vormen. Misschien moet ik eerst de vaatwasser uitruimen. Ondertussen komt het nieuws binnen over de toestand in het land, de wereld, het commentaar daarop. Online tips, wat wel en niet te doen, misstanden in supermarkten, welke boeken er gelezen moeten worden, grijp je kans. Boekcovers van De stad der blinden, Nemesis, Liefde in tijden van cholera, De toverberg gaan rond. Nadrukkelijk verzoek te bestellen bij de boekhandelaar zelf. Lezen zonder onderbrekingen, een leeswalhalla, de droom van elke lezer, schrijver. Toch ijsbeer ik van keuken naar kamer en weer terug. Of we niet toch een pak toiletpapier moeten halen vraag ik Mijn lief, en misschien een berg citroenen. De besluiteloosheid, zoekend naar een nieuw evenwicht in deze ongewisse dagen. Mijn aandacht versplintert, niets beklijft.
Dan zie ik, tussen alle doemdenkersberichten de tweet ‘Grandioze columns van een New Yorkse dame’. Dat zijn nog eens aanstekelijke woorden, ik adem in. Klik de recensie van Arjan Peters open. Columns van Maeve Brennan, die ze vanaf 1953 als ‘The Long-Winded Lady’ voor de New Yorker schreef. Peters vraagt zich even af of iemand op die oude columns van een New Yorkse dame zit te wachten. En ik denk: ‘Jawel, ik zit hierop te wachten!’ En kijk, recensies doen hun werk, dit boek moet ik hebben. Ik fiets naar het dorp, alwaar het niet bij de plaatselijke boekhandel te verkrijgen is. ‘Nee, nee, ik wil het niet bestellen’, en fiets snel terug naar huis waar ik na enkele klikken het boek in een virtueel winkelmandje plaats. De volgende dag ligt het in de brievenbus. Zevenenveertig columns geschreven tussen 1953 en 1968. Elke column werd in de krant geïntroduceerd met de zin: ‘We hebben weer een bericht ontvangen van onze vriendin de breedsprakige dame’.
Over broccoli eten in een restaurant (in New York aten ze in 1963 al broccoli!). ‘Toen ik de tong had opgelepeld, richtte ik me op de broccoli. Ik pakte de sauslepel zoals de kelner had gedaan en hield hem boven de broccoli en daarna deed ik hem snel weer terug in de sauskom. Ik kon me niet meer herinneren welke kant van de broccoli eetbaar is. Ik kon het me echt niet meer herinneren.’ (Ze aten broccoli niet met stronk). Het onhandige van vergeten gewoontes, misvattingen, verkeerd inschatten van situaties, dat is waar The Long-Winded Lady over schrijft. Haar overdenkingen leveren ook fijne inzichten op: ‘in onze geest herinneren […] verhalen ons eraan dat we altijd aan het wachten zijn, en ze herinneren ons er ook aan waarop we wachten: uitstel, een moment van genade, iets simpels waardoor we ons ergens over verbazen.’ Ja, een moment van genade in een tijd dat ‘er niet veel aan de hand is op de weg’ er nul km file is en het gewone leven tot nader order is uitgesteld. Lees deze columns van Maeve Brennan.
De breedsprakige dame – Columns uit The New Yorker door Maeve Brennan, vertaling Rosalie van Witsen / Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2020