De man had geen enkele wens beroemd te worden. Hij is geen man die met de eer gaat strijken, wel zijn overhemden, tafelkleden, kussenslopen, zakdoeken. Bij het uitdelen van complimenten stapt hij opzij als het zijn beurt is. Toch dacht hij, na het interview over gemeentelijke bouwplannen op de plek van het zogenoemde voedselbos waar iets tegen gedaan moest worden als in een overeenkomst die het voortbestaan van de tuin veilig stelde, dat zijn uitspraken vetgedrukt, tussen aanhalingstekens in de krant zouden staan. Maar nee, kwam de man die de krant gehaald had, net vertellen, er is niets van overgebleven, wel een goed stuk, maar voor mij zit er geen Nobelprijs voor geweldige uitspraken in. Ieder mens wil gehoord, gezien worden. Je hoeft er maar een stukje over te schrijven of het raakt aan het kind op een bankje in het plantsoen dat dacht, Als ik nu ‘Spiegelbeeld’ van Willeke Alberti zing, dan word ik ontdekt.

Nu droom je in ambities, reproduceert prachtige zinnen, belangrijke, citeerbare frases die je beslist moet opschrijven. Op een nacht niet lang geleden, schreef je zomaar een boek, het was precies zoals het zijn moest. Prachtige dialogen, intense somberheid, toch verlichtend. Het toonde de uitkomst van de dingen des levens waaruit alles ontstaan is, (God, de aarde, liefde, de mens), en waartoe dat geleid heeft, op volstrekt nieuwe wijze. Door een wrange speling van het lot lag er op dat moment geen schrijfgerei naast het bed. In een oude editie van Hollands Diep (2007) schreef Connie Palmen, ‘De roman is af, ik kan beginnen.’ Later schreef je in je slaap het essay waarmee je een grote prijs zou winnen, waarna een uitgever zou bellen, zou vragen of er een boek in je zat. ‘Ja ja’, zou je zeggen, ‘als een meer dan voldragen zwangerschap’. Het kind is af, alleen het persen, dat lukt niet zo.

Ondertussen lees je opnieuw Natalia Ginzburg, opnieuw verwondering. Haar verhalen waarin thema’s als verraad, fascisme en de onverzettelijke rol van vrouwen in dit alles steeds terugkomen. Je leest over Italiaanse families. Over Nebbia, door fascisten gemarteld en vermoord. Ginzburg’s man, vader van haar kinderen, werd in de oorlog door fascisten vreselijk gemarteld en vermoord.

‘In een doos bewaart ze [personage Gemmina, ooit verliefd op Nebbia] nog een melkkroes, die helemaal is ingedeukt. De kroes waaruit zij en Nebbia samen hebben gedronken, de nacht van de sneeuwstorm.’ In persoonlijke stukken schrijft ze over de sporen die oorlog nalaten. ‘Ik heb altijd het gevoel dat we op een goede dag weer ‘s nachts moeten opstaan en vluchten en alles, rustige kamers en brieven en herinneringen en kleding, achter moeten laten.’
En over schrijven, ‘Als ik iets schrijf, denk ik meestal dat het heel belangrijk is en dat ik een heel groot schrijver ben. Ik denk dat iedereen dat wel heeft. Maar ergens vanbinnen weet ik altijd goed wat ik ben: een kleine, kleine schrijver. Ik zweer dat ik dat weet. Maar het maakt me niet zo uit.’

Je zou willen schrijven als Natalia Ginzburg, droevig en prachtig. Je houdt van droevige en prachtige dingen, van ingedeukte melkkroezen.

 

 

Uit: De stemmen in de avond / Natalia Ginzburg / vert. J.H. KlinkertPötters Vos/ Meulenhoff  (1989)
  De kleine deugden / Natalia Ginzburg / vert. Jan van der Haar / Nijgh & Van Ditmar (2020)


inge meijerInge Meijer is een pseudoniem, een lezer.

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!

Meer van Inge Meijer: