Ik weet dat voor de meeste mensen 12 augustus 1986 een dag is die zonder enige betekenis voorbij is gegaan. Die dag schelde bij ons – ik woonde nog bij mijn ouders in Hilversum – de voordeurbel en overhandigde de postbode mij een pakketje waarop ik de hele zomer had gewacht. Ik had zelfs een paar keer gebeld met de mevrouw van de klantenservice. Zij legde de schuld van de vertraging bij de drukte die er in de vakantieperiodes altijd was. Een nadere uitleg gaf ze verder nooit.
Het was mijn kwartaalbestelling van de boekenclub. ECI, Boek en Plaat, ik weet even niet meer over welke club het hier precies gaat, want ik ben van allebei wel een keer lid geweest. Als ik iets verbind met de jaren tachtig dan is het wel mijn getwijfel en gestaar bij de kennismakingsaanbieding van deze boekenclubs in de televisiebode: kies uit dit assortiment drie boeken voor een tientje. Je kreeg er vaak nog een kleine transistorradio of huishoudelijk apparaat gratis bij. Voor de snelle beslisser, aldus de wekelijkse aansporing.

Oorlog en vrede van Tolstoj (de hardcoveruitgave van Bigot&Van Rossum) zat er altijd bij, een Agatha Christie Vijfling en een boek over massage voor paren, dat veel beeldmateriaal beloofde. Het lidmaatschap had als consequentie dat je eens per drie maanden een bestelling uit hun catalogus moest doen. Vergat je dit    en ik begreep dat het sommige mensen geregeld overkwam –  dan kreeg je het Kroonboek toegestuurd. Een roman van Rosemary Rogers of Catherine Cookson of een ‘overpriced’ knutselboek kon zomaar onverwacht op de deurmat vallen – uiteraard met rekening. Twee dingen waren zeker: het Kroonboek was nooit het goedkoopste boek uit de catalogus en het was ook nooit literatuur met de hoofdletter L. Zelf ben ik te neurotisch van aard om me zomaar te laten overvallen door de komst van een Kroonboek.

Daarom belde ik de Klantenservice die zomer zo vaak, alsof ik verder niets te doen had, waardoor de mevrouw die telkens de telefoon opnam een zekere vermoeidheid in haar stem kreeg, nadat ik mijn naam had gezegd en over mijn bestelling begon. Was er wellicht sprake van een fout, een misverstand of vermissing? Ik was zeker niet geïnteresseerd in het Kroonboek, iets over zomer- of kamerplanten. ‘Dat weet ik,’ onderbrak ze me op een gegeven moment, ‘U wenst het Kroonboek niet.’ Het klonk alsof ik haar persoonlijk had beledigd. 

Zo arriveerde, weliswaar verlaat, op 12 augustus 1986 het boekenpakket dat mijn leven drastisch veranderde: de eerste twee delen Geheim dagboek van dichter Hans Warren (1921 -2001). Zijn dagboek bracht mij op het spoor van Maria Dermoût, Julien Green en, vooral, Konstantinos Kavafis. Maar bovenal, Geheim dagboek verbond mij voor het leven met een blozende jongen uit Zeeuws-Vlaanderen. Bij hem in Amsterdam-West stond een rijtje Geheim dagboek. ‘Jij ook?’ vroeg hij. Daarna wandelden we geregeld in het spoor van de dichter door Zeeland. Er was een tijd dat we meer thuis waren in zijn leven dan in het onze.
En wat betekende deze dag voor Hans Warren zelf? Sla zijn dagboek uit 1986 open en je ziet dat die twaalfde augustus onopgemerkt voorbij is gegaan.

 

 


Eric de Rooij (1965) is schrijver, dichter en humanistisch geestelijk begeleider. In 2020 verscheen zijn debuutroman De wensvader bij uitgeverij kleine Uil. Voor LN schrijft hij over boeken die iets voor hem betekend hebben.

 

 

Meer van Eric de Rooij: