De Italiaanse schrijver en journalist Andrea Bajani (1975) is in eigen land een gelauwerd schrijver. Over zijn debuutroman, Cordiali saluti, (2005), schreef de schrijver Antonio Tabucchi (1943-2012) dat hij dit boek gelezen had ‘met een opwinding die ik in tijden niet meer heb gevoeld in de Italiaanse literatuur’. Het boek won vier prijzen. Zijn tweede boek, Ogni promess, verscheen in Nederland als De belofte. In 2014 verscheen een bundel ultra korte verhalen in de trant van Italo Svevo, Het leven is niet alfabetisch. Beide boeken vielen in de prijzen. Zijn roman Un bene al mondo (2016) Het hoogste goed (deze romans werden vertaald door Yond Boeke en Patty Krone) werd onlangs verfilmd. Vanaf 2017 publiceerde Bajani verschillende poëziebundels, ook schrijft hij essays voor de krant La Repubblica.
Het boek van de huizen is een fascinerende vertelling over de ontwikkeling van een kind tot jongeman, student, echtgenoot, schrijver en de verschillende huizen waar het personage Ik, heeft gewoond. Het is geen chronologisch vertelling, de schrijver springt door de tijd. Er zijn plattegronden van de verschillende huizen in afgedrukt en zonder een toekomstroman te willen zijn, is er een hoofdstuk gesitueerd in 2048, waarmee het idee een traditionele roman in handen te hebben, geheel verworpen wordt.
Sinds enkele jaren woont Andrea Bajani in Houston, Amerika waar hij Creative Writing geeft aan de universiteit. Een groot deel van Het boek van de huizen schreef Bajani in Rome, de uiteindelijke vorm van het boek kwam in Houston tot stand. Rond de verschijning van de Nederlandse vertaling verbleef Bajani enkele dagen in Amsterdam. Voor het interview ontmoetten we elkaar in de Cobra Lounge van het Ambassade Hotel aan de Herengracht.
Wat betekent een huis voor u?
‘In Italië is ieder huis een herinnering die behouden blijft voor de familie. Daar is het normaal dat mensen in oude, beschadigde huizen wonen. In Texas, waar ik op dit moment woon, kopen ze alleen het stuk land, vernietigen het huis dat erop staat en bouwen iets nieuws omdat het voordeliger is. Dat is in Italië ondenkbaar.
Ik ben een nomade, maar in mijn manier van rondtrekken zit altijd de behoefte het perfecte huis te vinden. Als ik het zou vinden betekent dat het einde van mijn zoektocht. Ik pleit er dan ook voor dat geluk een streven blijft, niet een bestemming die je bereiken moet. Mijn culturele achtergrond zegt me dat een huis een plaats voor altijd betekent, meer algemeen denk ik dat een huis een goed narratief is voor een betekenisvol leven. Huizen zijn een soort van fictie. Als schrijver is dat interessant voor mij.’
Naast dat het een boek over huizen is, gaat het ook over klassenverschillen. Ik lees de zin: ‘Bij de uitgang van de supermarkt valt het muntje dat ze als wisselgeld bij het bonnetje hebben gekregen vaak in de hand van de derde wereld die tegen de muur zit.’
Wat wilde u hiermee laten zien?
‘Tegenwoordig hebben we enkel een middenklasse, met daarbinnen de hogere- en lagere middenklasse. De arbeidersklasse wordt niet meer genoemd, alsof men zich daarvoor schaamt. Iedereen kan nu bereiken wat hij wil. En als je dan zelf iets bereikt hebt, wil je wel een aalmoes aan daklozen geven. Ik wil laten zien hoe we onszelf voor de gek houden, zo snel vergeten waar we vandaan komen.’
Het boek van de huizen is fragmentarisch en zonder uitgesproken emoties geschreven. Toch spreekt er een verlangen van Ik naar geborgenheid, naar liefde uit. Er is sprake van geweld en verwaarlozing in de jeugd van Ik, iets dat gaandeweg duidelijk wordt.
Waar vond dit boek zijn oorsprong?
‘In 2015 werkte ik voor een fellowship op de Amerikaanse Academie in Rome. Een paar blokken van de de academie was het huis waar ik ben geboren. In het boek is dat het ‘Huis onder de Grond’. Toen ik drie was verhuisden mijn ouders met mij en mijn zus naar een ander huis. Mijn oma bleef daar achter. Tot 2001 kwamen we met kerst en pasen nog bij haar op bezoek. Daarna ben ik er niet meer geweest. Het was beangstigend dat dit huis zo dicht bij de academie lag, beangstigend omdat mijn familieverhaal een verhaal vol pijn is.
Eerst observeerde ik het huis een paar dagen van een afstand. Toen heb ik aangebeld. Het was een klein huis, ik heb op het buitenplaatsje gestaan waar ik als kind speelde. Toen ik daarna terugliep naar de academie, had ik de structuur van dit boek en de eerste zin: “Ik gaat wandelen.” Ik had de visie van het hoofdkarakter en alle huizen waar Ik gewoond heeft voor ogen. Ik wist dat dit een puzzel van huizen zou worden. Terug in mijn appartement ging ik strijken, dat is voor mij de enige manier om me te kunnen focussen op een idee. En ik wist, dit boek moet ik schrijven. Ik heb er vijf jaar over gedaan.’
Waarom moest het hoofdpersonage ‘Ik’ genoemd worden?
‘Die eerste zin “Ik gaat wandelen.”, had een bedoeling. Die zin kwam niet voor niets bij me op. Ik vertrouw de woorden die in me opkomen, en ik weet dat ik ze moet volgen. Het hele punt van schrijven is dat je begint te schrijven en gaandeweg pas ontdekt wat de bedoeling is. Toen ik bij mijn geboortehuis aanbelde, wilde ik op dat moment terug naar het kind dat ik toen was. Toen ik binnenkwam wist ik dat dat niet kon. Hoe moet ik het zeggen, ik was toen een kind, nu ben ik een ander persoon.
Daarom geloof ik niet in memoires. Alles wat je hebt gedaan in je leven, wordt in een memoir verklaard. Het boek van de huizen is voor mij precies het tegenovergestelde. Wat ik met dit boek wilde, was ervoor te zorgen dat elke ik die ik geweest ben, de driejarige, de zestien- en vierentwintigjarige gerespecteerd werden om wie ze toen waren, hun handelen wilde ik niet verklaren.’
Zijn huizen herinnering bewaarders?
‘De enige manier om te herinneren is het verleden te bezoeken. In de huizen van vroeger vind je jezelf uit het verleden weer terug. In een andere gedaante, maar jij was het wel. Herinneringen zijn een verzameling momenten in de tegenwoordige tijd.
De hoofdstukken ‘Huis van de Dode Dichter’ en ‘Huis van Gevangene’, gaan over schrijver en filmmaker Pier Paolo Pasolini die in 1975 werd vermoord en de ontvoering en moord op politicus Aldo Moro in 1978. Waarom noemt u ze niet bij hun naam?
‘Ik besloot hun namen niet te noemen, te weten wie het zijn is een extra laag aanbrengen die ik niet wilde. Je hoeft ook niet per se te weten dat Ik, Bajani is. Ik ben geboren in augustus 1975, de Ik uit het boek is wat later geboren.
Bij Aldo Moro was ik drie jaar, de tv beelden waren gewelddadig. In het huis waar ik als driejarige woonde stond de tv altijd aan. Ik herinner me de beelden niet, maar ze zijn toch ergens opgeborgen in mijn geheugen. Een belangrijk gereedschap voor een schrijver is zijn geheugen. Tijdens het schrijven kwamen deze twee personen naar boven. Ik had niet gepland over hen te schrijven. Het kwam mee met de beschrijving van het huis waar ik geboren ben.
Het schrijven aan dit boek was het willen vinden van een huis waar geen pijn bestaat, een huis waar liefde kan bestaan. Daar slaagt de Ik niet in. Uiteindelijk voelt de Ik zich thuis als hij schrijft op zijn laptop. Woorden geven hem het gevoel van veiligheid. Hij voelt het belang van woorden, hoe ze gebruikt worden.’
De eenzaamheid van Ik doet denken aan het jongetje in Bajani’s boek Het hoogste goed, dat geen ander gezelschap heeft dan zijn verdriet. Als een trouwe hond blijft het bij hem, ligt aan zijn voeten als hij aan tafel zit.
Gaat het in beide boeken over dezelfde jongen, over hetzelfde verdriet?
‘Zonder het te willen hebben over een trilogie is Het hoogste goed het eerste deel. Dit boek is het tweede deel en in mijn computer zit het derde boek, net zo’n kleine roman als de eerste. Alle drie zijn ze compleet verschillend maar komen uit dezelfde bron. In het Het hoogste goed gaat het over verdriet. Daarin werd de pijn uitgewerkt, ik huilde elke regel die ik schreef. Dit boek, het tweede, kon ik met meer afstand schrijven en gaat over vergiffenis. Het derde boek, dat ik schreef tussen 2020 – 2022, is confronterender.’
Er is een zus die Ik probeert te bereiken, maar het zijn vruchteloze pogingen. Het maakt verdrietig over deze pogingen te lezen. Wat is er met de zus?
‘Je bent de eerste die me hier naar vraagt. Soms blijven mensen achter, komen ze niet mee in het leven dat je gekozen hebt. Ik verstoot zijn ouders, hij ziet ze nooit meer, wat begrijpelijk is. Maar hij laat ook zijn zus achter. Zij is eigenlijk het echte slachtoffer, de geofferde. Zij kon haar ouders niet verlaten, Ik liet haar daar achter. Meer dan alle andere dingen in het boek laat dit de eenzaamheid van Ik zien. Zijn zus was de enige die hij kon vertrouwen, waarmee hij zich wilde verbinden, en dat is niet gelukt.’
Voorin het boek is een citaat van Milan Kundera opgenomen. Wat betekent deze schrijver voor u?
‘Ik ben schatplichtig aan Milan Kundera. Hij is de schrijver die me initieerde tot een vorm van fragmentarisch schrijven. Het heeft jaren geduurd voor ik zo kon schrijven. Kundera stopt politiek, engelen (er komen twee engelen in Bajani’s boek voor I v/d G) en seks in zijn boeken. Zo te schrijven als hij schreef, was een manier om hem te eren, mijn dankbaarheid aan hem te tonen.
Ik was zeventien toen ik hem voor het eerst las. Zijn boeken waren metafysisch, in eerst instantie begreep ik niet alles. Ik kon hem in zijn schrijven niet opvolgen. Ik vind ook dat je als beginnend schrijver eerst op de traditionele manier moet leren schrijven. Pas na vijftien jaar werd Kundera’s manier van schrijven een keerpunt in mijn leven. Je moet eerst sterk in schrijven worden om een puzzel te kunnen schrijven. Kundera is nu vergeten. Toen hij in het Frans ging schrijven, verloor hij iets.’
Heeft u er wel eens over gedacht uw boeken in het Engels te schrijven?
‘Ik geef les in het Engels, mijn leven is in het Engels, tachtig procent van de boeken die ik lees zijn in het Engels. Deze taal heeft een grote invloed op mijn Italiaans. Taal is ook een houding, door het Engels ben ik veel directer geworden. Maar ik zou niet in het Engels kunnen schrijven. Ik ben verweven met mijn taal, mijn herinneringen zijn in het Italiaans. Ik zou iets verliezen als ik in het Engels zou schrijven.’
Wordt met het verschijnen van het derde boek dat nu nog in uw computer zit, een periode afgesloten?
‘Elk boek dat ik schrijf voelt als het laatste, maar het is belachelijk als schrijver te denken dat je je laatste boek hebt geschreven. Met Het boek van de huizen dacht ik alles gezegd te hebben. Maar schrijven is een manier van denken, een manier van leven. Een schrijver zoekt naar de zin van het leven en als je die gevonden denkt te hebben, dan is dat je laatste boek. Maar gelukkig komt er steeds opnieuw iets dat onderzocht moet worden, en dat wordt dan weer een idee voor een boek dat geschreven moet worden.’
Foto: Emiliano Ponzi
Het boek van de huizen / Andrea Bajani / vertaald door Manon Smits / Uitgeverij Van Oorschot