‘Bij ons thuis werd iedereen – zodra hij vijftien werd – ingewijd in het familie-geheim. Ik herinner me dat ik naar beneden werd geroepen op een avond en dat mijn vader vertelde dat mijn grootvader in de oorlog lid was geweest van de NSB. Ik weet nog dat ik dacht: “oh, nou en?” Bij die mededeling bleef het. Vragen werden niet gesteld en we spraken er verder niet meer over.’ Dit lidmaatschap is van grote invloed geweest op het gezin, vertelt schrijfster Lucette ter Borg (1962). Haar ouders schaamden zich, er werd aan de buitenwereld niets verteld, vrienden kwamen niet over de vloer.
Kritiek was er daarentegen des te meer. Er werden hoge eisen gesteld aan de prestaties van de kinderen. ´Goed´ was maar zelden goed genoeg.
Ter Borg heeft lang gevochten tegen een diep geworteld idee van onzekerheid en een gevoel van jezelf steeds te moeten bewijzen. Die onzekerheid, vertelt ze in een Amsterdams café, heeft haar broer en zus ook lang gekweld. Het maakte de verhoudingen in het gezin er niet makkelijker op.
Het cadeau uit Berlijn, Ter Borgs eerste roman, heeft ze geschreven vanuit het verlangen om meer te weten te komen over dit familiegeheim. Want nieuwsgierig was ze wel. Als journaliste was ze inmiddels bekend met de onderzoeksjournalistiek en haar boek was oorspronkelijk opgezet als non-fictie. ‘Maar ik merkte dat ik ongemerkt steeds meer dialogen ging verzinnen, dat ik me steeds meer ging afvragen hoe de verschillende personen in elkaar zaten. Uiteindelijk werd het boek een roman. Een roman biedt nu eenmaal meer vrijheid dan non-fictie.’
Met Valkruid, haar tweede boek, wilde ze ‘wat dichter op zichzelf blijven’.
Valkruid gaat over twee zusjes, beiden begin zestig, die samen op reis gaan. Afwisselend vanuit het perspectief van Sigrid of Valentine krijg je langzaam maar zeker een beeld van hun leven. ‘Door in de ik-vorm te schrijven kon ik dicht op de huid van de personages gaan zitten. Het zijn zusjes, vrouwen die tot elkaar veroordeeld zijn, van elkaar houden op een primitieve, haast instinctieve manier, maar die intellectueel niks met elkaar hebben of willen hebben.’
De lezer maakt met stijgende verbazing kennis met deze twee vrouwen die tegen wil en dank van elkaar houden. Nietsontziend gaan ze met elkaar om. Ze kennen elkaar door en door en weten beiden exact waarmee ze de ander kunnen raken. Ter Borg: ‘Meestal praten ze via omwegen en zeggen dan de verschrikkelijkste dingen tegen elkaar, zogenaamd voor de grap. Ze denken vaak heel slecht over de ander, maar dat betekent nog niet dat ze niet van elkaar houden.’
Sigrid en Valentine zijn beiden muzikaal geschoold. Sigrid is eerste violiste geworden in een provinciaal orkest, Valentine geeft pianolessen. Piano heeft Ter Borg als kind leren spelen. Viool is ze gaan leren toen ze Valkruid schreef. ‘Ik wilde dat graag. Ik wil namelijk weten hoe dat voelt, een stok aandraaien, een streek zetten en een zuivere noot produceren uit je instrument.’ Ook heeft ze onderzoek gedaan naar de geschiedenis van de viool, is bij verschillende vioolbouwers langs geweest en heeft musici geïnterviewd. De reis van Sigrid en Valentine heeft ze zelf ook gemaakt. ‘Ik wil het zo doen, noem het een vorm van method acting, anderen kiezen daar niet voor.´
Van zo hoog muzikaal opgeleide vrouwen als Sigrid en Valentine verwacht je enige intellectuele bagage, maar de gesprekken of gedachten die de dames hebben gaan nooit verder dan huis-tuin-en-keukenpraatjes.
Hoewel ze alle twee last hebben van ervaringen uit het verleden, al dan niet door de ander aangedaan, praten ze nergens constructief met elkaar. Echt contact maken en naar een ander luisteren hebben ze niet geleerd, niet met elkaar, niet met anderen. Het is de generatie die is opgevoed met de overtuiging: ‘je laat niks aan de buitenwereld zien’. Omdat ze bovendien ook geen van beiden gehinderd worden door enige zelfreflectie verandert er weinig in hun levens.
Het levert vermakelijk proza op want ondanks deze sombere analyse, is Valkruid geen somber, psycho-analytisch boek maar een boek dat je soms doet lachen. Dat is te danken aan het inlevingsvermogen dat Ter Borg zelf wèl heeft, haar opmerkingsgave, gevoel voor humor en directe pen. ‘Ik hou van galgenhumor,’ zegt ze, ‘daarom ben ik ook zo´n fan van Arnon Grunberg of Jonathan Frantzen.’
Valkruid leent zich perfect voor een toneelbewerking. Saskia Temmink en Annet Malherbe bijvoorbeeld zullen borg staan voor een amusant, confronterend en absurdistisch spektakel.
Valkruid verscheen bij Uitgeverij Cossee (2011)